nu en de Stampersplaat; op de Slikken van Flakkee vindt men enkele diepe inhammen. Deze gebieden liggen doorgaans aan de lij zijde van de eilanden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het halofiele element op deze gebieden vrijwel ontbreekt, of alleen daar gevonden wordt waar de ontzilting nog niet geheel voltrokken is. Op die delen van de hogere op- en aanwassen die niet onder invloed staan van stuifwater en wel ontzilt zijn, hebben diverse soorten planten een grotere vestigingskans gehad. Soorten die hierop voor kunnen komen zijn: Loogkruid, Bleekgele droogbloem, Grote weegbree, Reukloze kamille, diverse Melkdistel- en Basterdwederiksoorten, Veldbeemdgras en Ruwbeemdgras, Rood zwenkgras, Fioringras, Engels raaigras, Riet en Duinriet, Kruipende en Blaartrekkende boterbloem, Canadese fijn- straal, Klein kruiskruid, Akker- en Speerdistel, Klein hoefblad, Klein streepzaad, Paarde bloem, Gewone raket, Spiesmelde en Rode klaver. Ook heeft hier en daar spontane onslag van houtige gewassen als Kruipwilg, Boswilg, Schietwilg, Grauwe wilg, Katwilg en Duindoorn plaatsgevonden. In die gebieden waar zout kennelijk nog wel een rol speelt, zijn halofiele soorten zoals Zeeaster, Zilte schijnspurrie, Loogkruid, Hertshoornweegbree, Strandmelde, Melkkruid en Zeeraket aan getroffen. Vrij kort na het droogvallen zijn stuifschermen van rijshout geplaatst. Hierdoor ontstonden hogere of lagere stuifrichels, waar op enkele plaatsen rijshout is uitgelopen en tot jonge Katwilg- en Schietwilgboompjes uitgegroeid. Om verdere duinvorming te stimuleren werd plaatselijk Helm of Biestarwegras ingeplant. Zeer grote oppervlakten van het gebied zijn ingezaaid met een mengsel van eenjarige granen - Rogge of Gerst - en meerjarige grassoorten, zoals Engels raaigras, Veld beemdgras, Rood zwenkgras, Rietzwenkgras, Ruwbeemdgras, Fioringras en hier en daar Witte klaver. Uiteraard werden op deze wijze ook onbe doeld sommige andere planten ingevoerd, zoals Echte kamille, Vogelmuur, Eruca, Uitstaande melde en Hoornbloem. Door het ineggen van strobanen en het mechanisch inzaaien van graan/grasmengsels is de aanwezige geomorfologische differen tiatie grotendeels genivelleerd en zijn poten tieel waardevolle winderosieprocessen gestopt. Uitgestrekte vlakke gebieden zijn nu begroeid met een grasdek dat zeer eenvormig en tot op heden soortenarm is. Veelal zijn slechts de ingezaaide soorten opgekomen en dan nog wel uitsluitend op de zaairichels. In de door de zaairichels ingesloten laagten heersen omstandigheden die ongunstig zijn voor nieuwe soorten of voor uitbreiding van aanwezige grassen op de richels. Hier treden onder meer grote vochtverschillen op door neerslag en verdamping met als gevolg dat de bovengrond dichtslempt. Vaak wordt in deze voren slechts Krulmos aangetroffen. Vestiging van nieuwe soorten op de richels wordt ook bemoeilijkt door het zogenaamde massa-effect van de bestaande begroeiing. De menselijke ingrepen hebben een merk waardig, maar uiterst onnatuurlijk patroon van zeer smalle banen of vierkantjes met grassen doen ontstaan. Soorten die zich hier en daar wel gevestigd hebben zijn Duindoorn (vooral op de Hompelvoet), Rode klaver, Gewone hoornbloem, Akkerdistel, Canadese fijnstraal, Reukloze kamille, Echte kamille, Klein kruis kruid, Ruwe melkdistel, Paardebloemsoorten. Klein hoefblad, Kropaar en op de gebieden met enige zoutinvloed Zeeaster, Spiesmelde, Stomp kweldergras en Zilte schijnspurrie. Door extensieve beweiding kan in de toe komst meer differentiatie worden verwacht. Wegens de bezwaren die uit een oogpunt van milieubeheer tegen deze vervlakking bestaan, is op de Hompelvoet een deel van het inge zaaide plantendek weer met de bulldozer weggeschoven. Men riep daarmee bewust opnieuw verstuiving op, met het doel de duinvorming te stimuleren en vochtige duin valleien te creëren. De uitstuiving op de Hompelvoet is niet verder gegaan dan de bovenste 15 cm. Toen was de concentratie schelpen aan de oppervlakte zo groot, dat de verstuiving ophield. Ook op de Veermansplaat is, door eggen van grote oppervlakten, de verstuiving aan de DIEP WATER 2,50m) ONDIEP WATER (0-2,50m) WATER Ll.i OEVERZONE BVariVI Tl KREKEN EN PRIELEN VLAK FLAUW HELLEND VOORMALIG SLIK LAGE OP- EN AANWASSEN ETt INGEZAAID EN/OF INGEPLANT DEEL STUIFKETEL STUIFDUINTJES EVT STUIFRICHELS OF PRIMAIR SCHOR OF SPARTINADUINTJES HOGE OP- EN AANWASSEN OVERGANGSZONE VOORMALIGE SLIKKEN SCHORREN EE3 SCHORRAND mo MIDDENSCHOR, HÖOGSCHOR OMKADE WEILANDEN EN AKKERS VOORMALIG SCHOR FTTH ZANDDEPOT EEU DIJK DIJKEN 503

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1974 | | pagina 19