ging van nieuwe soorten of regelmatig
optredende migraties van soorten en door de
kans op verdunning van zware concentraties
van stoffen in het water.
De meeste vissoorten die in estuaria en zee
armen voorkomen, planten zich er niet voort.
Wanneer een estuarium wordt afgesloten,
zal de zeevisfauna dus ook bij het zout
houden van het nieuw gevormde meer sterk
verarmen, tenzij men op een of andere manier,
bijvoorbeeld met behulp van een voldoende
ruim gedimensioneerd doorlaatmiddel, de
verbinding met de open zee in stand houdt.
In zoetwaterbekkens komen voornamelijk niet
trekkende vissoorten voor, zodat wat dit
betreft een zekere mate van isolatie niet
bezwaarlijk is.
Wanneer na een calamiteit, bijvoorbeeld een
uitzonderlijk strenge winter, vele organismen
in een zoutwatermeer zouden zijn afgestorven,
dan is een goede verbinding met zee nood
zakelijk om het herstel te bespoedigen.
Sommige organismen kunnen door aanpas
sing de fluctuatie van milieufactoren binnen
zekere grenzen overleven. Er zijn soorten die
slechts een kleine marge tolereren naast
soorten die minder gevoelig zijn. Het is ge
bleken dat er betrekkelijk weinig soorten zijn
die sterke onregelmatige fluctuaties van
milieufactoren verdragen.
Zulke snelle en sterke fluctuaties van milieu
factoren veroorzaken dus een soortenarme
levensgemeenschap. In vele estuaria waar
het zoutgehalte sterk kan fluctueren, is de
soortenrijkdom dan ook gering. Dit was
bijvoorbeeld het geval in het open Haring
vliet. Is soortenrijkdom een belangrijk be-
heersdoel, dan zal men sterke onregelmatige
fluctuaties van milieufactoren zoveel mogelijk
moeten vermijden. Anderzijds moet men zich
realiseren dat milieufactoren onder natuur
lijke omstandigheden altijd fluctueren, maar
dan wel gelijkmatig en beperkt. Sommige
fluctuerende milieufactoren kan men in afge
sloten bekkens beïnvloeden. Zo kan men het
zoutgehalte reguleren door inlaat van water
van een bepaald zoutgehalte. Andere, zoals
zuurstof- en pH-fluctuaties, kunnen direct
worden verminderd door de nutriënten
toevoer te beperken. Temperatuur-fluctuaties
in ondiep water zijn niet te beïnvloeden,
mogelijk wel als ze veroorzaakt worden door
lozingen van koelwater.
Waterstandsvariaties kunnen onderverdeeld
worden in drie typen: er zijn snelle, sterke en
zeer regelmatige waterstandsfluctuaties (het
getij); er zijn geleidelijke waterstandsver-
Fig. 3. Veronderstelde relatie
tussen soortenrijkdom en con
centratie van nutriënten
SOORTEN
AANTAL
OLIGOTROOF
MESOTROOF
HYPERTROOF
TOXISCH NIVEAU
NUTRIENTEN-CONCENTRATIE
493