gebruik worden gemaakt van ervaringen die elders werden opgedaan. Niettemin zal er een mate van onzekerheid blijven bestaan met betrekking tot de uitvoerbaarheid van de gekozen constructies. De kans op ernstige tegenslagen is groter dan bij vorige in Neder land uitgevoerde waterbouwkundige werken, hetzij binnen of buiten het Deltaplan. Alle konden ze worden ontworpen op een bredere basis van ervaringen dan dit werk. Er moet daarom in het ontwerp en bij de uit voering van deze stormvloedkering meer reserve worden ingebouwd dan bij de vorige Deltawerken. Zorgvuldig zal moeten worden nagegaan waaruit die reserves kunnen be staan. Voorts zal onmiddellijk na de bouw moeten worden onderzocht of de constructie in alle opzichten en op lange termijn betrouw baar geacht kan worden, in hoeverre de werkelijkheid voldoet aan de eisen en ver wachtingen waarvan in het ontwerp is uit gegaan. Belangrijkste onderdelen van het onderzoek Sedert november 1974 worden de problemen die gepaard gaan met de opgave tot het ont werp van een permanente beweegbare storm vloedkering in de Oosterscheldemond met grote intensiteit bestudeerd. Enkele lijnen van de problematiek werden hiervoor al geschetst. Een bijkomend probleem, dat alle andere veel moeilijker oplosbaar maakt, is de toegestane tijdsspanne voor het verrichten van voor bereidende studies. Die bedraagt slechts anderhalf jaar, gerekend vanaf november 1974 tot op het moment waarop definitief over de uitvoerbaarheid van de stormvloedkering moet worden beslist. Om die tijd optimaal te besteden moet aan zoveel mogelijk aspecten en onderdelen van de opgave tegelijkertijd aandacht worden besteed. Daarbij moet echter tegelijk bedacht worden, dat het resultaat van onderzoek op één deelgebied, de randvoorwaarden in een ander onderdeel der studies aanzienlijk kan beïnvloeden. De studies en onderzoekingen, waaronder vele metingen, die moeten worden uitgevoerd voordat een begin kan worden ge maakt met het ontwerp van de gehele con structie, omvatten een groot aantal soms tamelijk ver uit elkaar liggende gebieden en aspecten. We geven nu een opsomming van de belang rijkste delen en aspecten van de totale opgave, die in eerste instantie moeten worden behandeld: - de eisen die aan de constructie gesteld moeten worden op waterloopkundige, milieu technische, beheerstechnische en econo metrische gronden - de dimensionering van de afsiuitmiddelen en bewegingsinrichtingen - de dimensionering van de sluitgaten, en de bodembescherming, alsmede de te ver wachten bodemuitschuring - de stabiliteit van de ondergrond, de rand van de bodembescherming en de oevers tegen zettingsvloeiingen - de wijze van fundering van de permanente doorstroomcaissons, op staal of op palen - de verdichting van de ondergrond - de verdichting van de drempel - het vlakmaken van de drempel - de algehele vormgeving van de caissons - het transport van de caissons, de afzink- manoeuvres en het nastellen der caissons na plaatsing. Deze opsomming, die geen volledigheid pretendeert, maar slechts een indruk wil geven van de omvattendheid en verscheiden heid der problematiek, kan, om redenen die hiervoor werden aangegeven, niet gelezen worden als een werklijstje waarbij men eerst het eerste probleem afwerkt, en dan aan het tweede begint. Er moet worden gezorgd voor een doorlopend verband tussen de studies, omdat ze alle van eikaars resultaten afhan kelijk zijn, en bovendien moeten kunnen worden samengevoegd tot een overzicht, waaruit telkens de stand van het totale on derzoek kan worden afgelezen. Gegevens van de verschillende met deelonderzoeken belaste groepen moeten dus geregeld onderling wor den uitgewisseld en in samenhang met elkaar worden geëvalueerd. Het samenspel dat we hier op het oog hebben, vereist een hechte en overzichtelijke organisatie die ook zoveel mogelijk aan de deelnemende groepen en individuen duide lijk is. Voor het verrichten van de genoemde studies is een projectgroep ongericht, gesuperviseerd door een stuurgroep, die de werkzaamheden van de projectgroep begeleidt, en waar nodig leidt. Projectstudies van vrij grote omvang en waarin ingewikkelde multidisciplinaire samen werkingsvormen moeten worden gerealiseerd, zijn de Rijkswaterstaat niet vreemd. Het is zeker ook niet de eerste keer dat de Delta dienst en de andere bij deze studie betrokken diensten en instituten zich geplaatst zien voor een dergelijke opgaaf. Men denke aan de vorige grote afsluitingen, en met name aan de 65

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 11