450
'k;!%
ASCHELDES - MODEL
UoOm Nf r
- - ;,j
jP
Fig. 9. Tweedimensionale
mathematische overzichts
modellen ten behoeve van het
Oosterschelde-onderzoek
koppeling van een groot overzichtsmodel met
een fijnmaziger detailmodel is niet nieuw.
Ook bij de naspeuringen naar de gevolgen
voor het aangrenzende kustgebied van de
Haringvlietsluiting is deze combinatie toege
past. Omdat deze modellen destijds nog
maar kort in gebruik waren, kwamen de
resultaten van het mathematisch tweedimen
sionaal modelonderzoek toen pas korte tijd
voor de afsluiting gereed. In het geval van
de Oosterschelde is het echter mogelijk reeds
in het ontwerpstadium van de afsluitmiddelen
te beschikken over prognoses aangaande hun
uitwerking op de omgeving.
Deze studies naar de ontwikkelingen in het
nabije kustgebied zijn behalve voor de
Oosterschelde zelf ook van belang voor de
veiligheid van de zeeweringen op Walcheren
en Schouwen. De kust heeft op de koppen
van die eilanden in het verleden namelijk
geprofiteerd van een vrij aanzienlijk zand-
aanbod vanuit de Oosterschelde. Ondanks
deze natuurlijke suppleties bleef de kust van
Walcheren in geringe mate en die van
Schouwen in wat sterkere mate achteruit
gaan. De toestand was op deze twee eilanden
zeker minder ernstig dan aan de kop van
Goeree, maar er werd toch verwacht dat er
voorzieningen nodig zouden zijn na de af
sluiting van de Oosterschelde. Sedertdien is
het toekomstbeeld voor deze gebieden in
grijpend veranderd. In plaats van zandtoevoer
te kennen of op zijn slechtst de afwezigheid
van zandtoe- of afvoer te ondervinden zullen
ze in de buurt komen te liggen van een
gebied met gehalveerd getij, dat sediment
aan het kustgebied onttrekt, ten einde zijn
stroomgeulen aan de verminderde debieten
aan te passen. Het moet dan ook niet uitge
sloten worden geacht dat nadere studies
zullen uitwijzen, dat de voorzieningen aan de
koppen van de eilanden Walcheren en
Schouwen een grotere omvang zullen moeten
krijgen, dan voorheen werd vermoed. Het
onderzoek richt zich er thans op, in dezen zo
spoedig mogelijk tot globale ramingen te
komen.
De mate van erosie van de banken en platen
zeewaarts van de stormvloedkering heeft
onmiddellijke consequenties voor de mate
waarin golven vanuit de Noordzee kunnen
doordringen tot aan de stormvloedkering. Bij
het golfonderzoek ten behoeve van de storm
vloedkering wordt daarom bijzondere aan
dacht besteed aan de golfbeweging in het
mondingsgebied van de Oosterschelde en het
aangrenzende gedeelte van de Noordzee.
Daarbij wordt getracht om de mate van door
dringing te meten voor golven uit verschil
lende richtingen. De richting van de golven
zal worden bepaald uit luchtfoto's en radar
opnamen. Uit de resultaten van dergelijke
onderzoeken kan een beter inzicht ontstaan in
de golfbeweging die tijdens stormen bij de
stormvloedkering kan voorkomen, wanneer
het voorliggende platengebied door erosie
zal zijn verdiept.
92