A H.W SCHUIF CAISSON JL BODEMBESCH€RMING T7w"'~~= Tijdelijke en perma nente functie van caissons cyclische wisselingen in belasting, waarbij de verschuivingen nog worden bevorderd door de versnellingskrachten. Het onderzoek programma dat de grondmechanici in verband met de bouw van een stormvloedkering in de Oosterschelde voor zich hebben, bevat dus een groot aantal vraagstellingen, aangaande stabiliteit, vervormingen en eventuele kwali teitsverbeteringen. Bij al die vragen dienen zij zich telkens opnieuw te realiseren dat ze bij het ontwerp van deze fundering veel minder tolerant mogen zijn dan zij het voor heen konden zijn bij een vergelijkenderwijs ongecompliceerde caissonsluiting. Bij het ontwerp kan daarom niet alleen maar worden teruggegrepen op de ervaringen die bij vroegere caissonsluitingen werden opge daan. De kennis die wij thans bezitten omtrent het gedrag van de ondergrond onder op staal gefundeerde - dat wil zeggen niet-onderheide - caissons vooral met betrekking tot het ver- wekingsgevaar en de mogelijk optredende vervormingen in de ondergrond, is voor het onderhavige karwei niet toereikend; zij is zelfs gering te noemen in verhouding tot wat vereist wordt. Hetzelfde geldt trouwens voor de funderingsproblemen van een onderheide stormvloedkering. Als deze fundering in alle rust in een droog gemalen bouwput kon worden geplaatst zoals het geval was bij de Haringvlietsluizen, was het nog tot daar aan toe. Maar dat kan niet, omdat de aanleg van bouwputten een te groot gedeelte van de stroomgeulen zou blokkeren. Dat zou een sterke reductie meebrengen van de waterbeweging op het Oosterscheldbekken, en dus in strijd zijn met de belangen van het natuurlijk milieu. Het bouwen van een onder- heide stormvloedkering zonder bouwput in een aan zware golfaanval geëxposeerd gebied met tijstromen geeft aanleiding tot grote waterloop kundige en vooral ook uitvoeringstechnische problemen. Wanneer geen speciale maatrege len worden genomen moet erop gerekend worden dat de grond en de drempel tussen de funderingspalen gaan verzakken, hetgeen on- derloopsheid van het kunstwerk en daardoor weer uitschuring van de drempel en de onder grond tot gevolg heeft. De funderingspalen in de Oosterschelde zullen - als men voor de on derheide constructie kiest - met het oog op de eisen ten aanzien van de standzekerheid van de caissons ook veel dieper moeten reiken dan bij andere onderheide kunstwerken. Een alternatief voor dit extra diep heien zou gevonden kunnen worden door de palen in de caissons in te klemmen. Of men zou de drempel en de bodem moeten verdichten. De in verhouding tot de complexiteit van het vraagstuk wel zeer korte studietijd van ander half jaar die met name voor de ingewikkelde fundamenteringsproblematiek een probleem op zich vormt, heeft geleid tot algemene mobilisatie van de beste krachten die in de wetenschap en de techniek van de kustwater bouw ter wereld voorhanden zijn. Deskun digen uit de ambtelijke wereld en het bedrijfs leven en van verscheidene universiteiten en laboratoria hebben zich, verenigd in verschil lende organisatiestructuren, gezamenlijk op de problemen geworpen. Het hydraulisch onderzoek ter zake vindt plaats in het Waterloopkundig Laboratorium te Delft en te De Voorst. Voor het grond- mechanisch onderzoek is het Laboratorium voor Grondmechanica te Delft ingeschakeld, dat voor dit project medewerking verkrijgt van de laboratoria van de universiteiten van 96

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 42