mag er onder geen beding terugschrijdende erosie optreden, die uiteindelijk de caisson- dam zelf zou kunnen ondermijnen. Het bodem beschermingsprobleem lijkt daardoor nu meer dan voorheen op dat van de oeverbescher mingen. De vloeiingen dienen öf voorkomen te worden öf door regelmatig onderhoud in de vorm van aanvullende bestortingen of bezin- kingen in het hand gehouden te worden. Regelmatig onderhoud is wegens de nood zaak van een uitgebreid bewakingssysteem en de kwetsbaarheid van de caissondam bij een eventuele onvoorziene calamiteit onaantrek kelijk. Naar verwachting zullen de ontgrondingen groter worden dan voorheen, ook bij een aan zienlijke verlenging der bodembescherming. Onderzoekingen van de laatste jaren hebben bovendien uitgewezen dat een eenmaal in geleide vloeiing bij grotere ontgrondingen tot flauwere evenwichtshellingen kan leiden en dus tot grotere schade aan de bodembescher ming. Een meer schadebestendige bodem bescherming is derhalve beslist te prefereren. Veel aandacht is de laatste jaren gegeven aan verbetering van de constructie van bodembeschermingen. Tegelijkertijd wordt het fundamenteel en systematisch onderzoek naar de omstandigheden waaronder vloeiingen optreden voortgezet, onder meer met de be doeling dat men leert de meest economische maatregelen te nemen ter voorkoming van vloeiingen of afschuivingen. Dit onderzoek is evenzeer van belang voor de bescherming van de oevers. Immers, wanneer het risico van optreden van dijkvalien voldoende verkleind wordt, kunnen dijkverplaatsingen landinwaarts om deze redenen achterwege blijven. 98

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 44