Hollandse IJssel nauwelijks sprake. Voor de
Oosterschelde moet dus niet alleen worden
gelet op de te verwachten waterhoogte, maar
evenzeer op de onder verschillende omstan
digheden op onderscheidene plaatsen te ver
wachten golfoploop. Zodra hierdoor ook maar
voor één dijkvak in het achterliggende gebied
gevaar zou kunnen ontstaan, dient de storm
vloedkering te worden gesloten. Welke eisen
daaruit voortvloeien, wordt thans nader be
studeerd en uitgewerkt. Het resultaat van deze
studies kan een belangrijk deel leveren van de
randvoorwaarden waaraan de beweegbare
stormvloedkering in de Oosterschelde zal
moeten voldoen. Om de gedachten reeds
enigszins te bepalen, kan over die eisen wel
al een voorlopige beschouwing worden gege
ven, waaruit dan meteen blijkt hoe vertakt en
ingewikkeld de onderhavige problematiek is.
waarvan we hier alleen willen aanstippen dat
ze het nodig maken dat de afsluitmiddelen
zeer langzaam - men moet hierbij denken aan
een sluitingsperiode die uren duurt - worden
bewogen, zulks om hinderlijke effecten op het
Oosterscheldebekken te vermijden. Er zal
verder voldoende mogelijkheid moeten worden
geschapen om ongestoord reparatiewerkzaam
heden te kunnen uitvoeren aan het kunstwerk
zelve of de aansluitende bodembeschermin
gen. Daartoe moet het mogelijk zijn, delen
van de stormvloedkering gedurende enkele
weken of maanden dicht te zetten. Aangezien
de zorg voor het milieu vereist dat onafge
broken een getij van dezelfde orde van grootte
wordt doorgelaten, terwijl ook de stroom-
verdeling over de drie hoofdgeulen globaal
gelijk moet blijven, zal elk doorlaatwerk zoveel
overbreedte moeten krijgen, dat er permanent
De stormvloedkering, dat wil zeggen de dam-
vakken, de betonconstructie met de afsluit
middelen, de fundering daaronder, die rust op
een al of niet kunstmatig verbeterde onder
grond en de erop aansluitende bodembescher
mingen, vormt één hydraulisch functionerend
en reagerend geheel. Dit geheel moet kunnen
voldoen aan de bedrijfseisen en weerstand
kunnen bieden aan de optredende belastingen
zonder dat er ontoelaatbare vormveranderin
gen optreden; tevens moet het zo kunnen
worden gebouwd dat de risico's bij de uit
voering binnen redelijke grenzen blijven. Het
is uit het voorafgaande reeds duidelijk dat ook
bij stroom en zware golfslag met de afsluit
middelen moet kunnen worden gemanoeu
vreerd. Nog niet ter sprake kwam evenwel het
probleem van de translatiegoiven, dat ver
derop in dit Bericht besproken wordt, en
De uitwateringssluizen in het
Haringvliet
Stormvloedkering in de Hol
landse IJssel (1958), het eerste
Deltawerk
60