Het verval over de stormvloedkering veroor
zaakt onder meer een waterstroom door de
drempel en het eronder liggende zandpakket.
Die stroming wil het zand van onder de
constructie vandaan meevoeren. Om dat te
voorkomen bouwt men er een filterconstructie
op van naar boven toe steeds grovere steen-
maten, zodanig dat het zand vastgehouden en
het water doorgelaten wordt. Twee criteria
zijn dus van het allereerste belang: is het
filter voldoende gegradeerd, en is de toplaag
voldoende vlak afgewerkt. Bij de actuele con
structie van zo'n filter is de mate van zeker
heid waarmee het ontwerp kan worden ge
realiseerd van belang. Maakt bijvoorbeeld een
xunststofweefsel deel uit van het filter, dan
mogen er geen gaten in het doek voorkomen;
men moet dus goed oppassen voor mecha
nische beschadigingen of voor het openlaten
van naden tussen verschillende banen van
het doek.
Het caissonontwerp
De belastingen die tijdens stormvloed op de
beweeglijke stormvloedkering worden uit
geoefend, moeten door de constructie kunnen
worden opgenomen en overgebracht worden
op de ondergrond. Om voldoende vormvast te
zijn ondanks de mogelijk ongelijkmatige op
legging van de caissons op de ruwe boven
laag van het drempelfilter, moeten ze vol
doende buig- en wringstijf worden gemaakt.
Daartoe is een stijf constructie-element nodig,
bijvoorbeeld in de vorm van een koker. Voor
de ontgrondingen en de golfkrachten heeft het
gevolgen, zoals we eerder zagen, of men die
kokers onderin dan wel bovenin de con
structie plaatst. Onder normale omctandig-
Aantasting van esn bodem
bescherming van stortsteen ten
gevolge van de maximale
stroomaanval
heden staan de caissons open. In deze
situatie mogen ze slechts geringe ontgron
dingen veroorzaken.
De caissons moeten waarschijnlijk drijvend
worden versleept van het bouwdok naar hun
plaats in het sluitgat. Daaruit volgen bepaalde
eisen ten aanzien van de diepgang en de
drijfstabiliteit. Wil men daarenboven voor
komen dat de trekkrachten, nodig om de
laatste caisson op zijn plaats te brengen, te
hoog oplopen, dan moeten de reeds ge
plaatste caissons minstens tijdelijk een zo
groot mogelijk doorstroomprofiel hebben.
De caisson moet, om alles nog eens kort
samen te vatten, zowel een bedrijfszekere
waterkering vormen als een zo open mogelijke
constructie, en een goed manoeuvreerbaar
schip zijn. Het is te verwachten dat deze com
binatie van eisen niet op eenvoudige wijze zal
leiden tot een voor alle betrokkenen aanvaard
baar ontwerp.
83