1111 n n schelde. Wederom was door de toenemende grootte van de caissons in vergelijking met het vorige type een groot aantal construc tieve aanpassingen en veranderingen nodig gebleken. Vooral in de Roompot, de breedste en diepste geul in het Deltagebied, moest een zeer zware caisson worden afgezonken, die niet op dezelfde wijze kon worden gecon strueerd als de caissons voor de Kous. De constructie van de laatstgenoemde caissons vindt men besproken in Bericht 55 (februari 1971). De aanpassingen voor de Ooster- schelde bestonden in een groot aantal con structiewijzigingen, zoals een massief uitge voerde betonvloer en betondek en dikwandige buisprofielen in de langsrichting als vakwerk verbinding tussen de vloer en het dek; deze wijzigingen hielden verband met de sterke vergroting van de maten van de caisson. De drempels lagen in de Oosterschelde niet meer op N.A.P. - 10 m, maar op - 20 m; dus de caisson moest bijna twee keer zo hoog worden. De lengte van elke caisson werd op gevoerd van 68 tot 100 m, en de overspan ning der compartimenten verdubbeld van 5 tot 10 m. Voor het eerst werden stalen drijf- schotten ontworpen. Doordat voor alle sluitgaten van de Ooster schelde uiteindelijk werd gekozen voor een geleidelijke sluiting met behulp van kabel banen is er toentertijd van de realisering van dit ontwerp niets gekomen. Maar toen de aannemerscombinatie Dijksbouw Ooster schelde - kortweg de D.O.S. genoemd - in 1974 haar studie opzette over de technische en financiële aspecten van een 'poreuze dam' door de mond van de Oosterschelde, kon worden voortgebouwd op de reeds voor het caissonontwerp gemaakte studies. NOORDZEEZ'JDE OOSTER SCHELD EZ'J DE N.A.P -17.00 50.0C -23.00 Fig. 4. Twee studie-ontwerpen van de Stucos: een betonnen drijver en een betonnen cilinder als afsluitmiddel Fig. 3. Caisson-ontwerp van de D.O.S. (1974) TUSSENWANDEN VERSTEVIGINGSKOKER DREMPEL 118

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 12