au
i
NOORDZEEZ'JDE
TT
—S OOST ER SCHELD EZ'J DE
N.A.R
-5.50
si
lil
in B 1 -16.00
-50.00
i
I
35.00
NOORDZEEZ'JDE
OOSTERSC HELDE Z'JDE
Fig. 5. Nog twee studie-ont-
werpen van de Slucos: een
vingerdeur en een hevelcon
structie.
structie kan 20 tot 25 m zijn. Do kokers zijn
wanneer ze opdrijven echter zeer moeilijk te
beheersen. Het lijkt dan ook niet zeer zinvol,
dit ontwerp verder te ontwikkelen.
Figuur 4b geeft het idee van de betonnen
cilinder weer. Attractief is, dat de pijleraf
standen bij dit ontwerp zeer groot kunnen zijn.
De rolvormige afsluiter huist onder normale
omstandigheden in de bodem van de caisson.
Bij stormvloed kan hij nadat er water is uitge-
pompt met behulp van een kabel langs de
helling omhoog getrokken worden; de baan
is daartoe getand uitgevoerd. Aan dit ontwerp
zitten zoveel constructieve en uitvoerings
technische problemen vast, dat men er verder
geen brood in gezien heeft.
In figuur 5a is het principe van de 'vingerdeur'
geschetst. Normaal ligt deze deur verzonken
in de drempel, maar door het uitpompen van
water gaat hij opdrijven, zodat er een water
kering ontstaat. Realisering van dit ontwerp
zou een puttenfundering vereisen over de
volle lengte van de sluitgaten. Behalve veel
technische problemen zou deze constructie
een niet gering financieel probleem mee
brengen, in de vorm van extreem hoge
kosten.
Figuur 5b toont een hevel als oplossing van
het probleem. Dit ontwerp heeft tal van
gunstige kenmerken: grote gebruikszekerheid
door het ontbreken van afsluitmiddelen en de
zeer beperkte mechanische voorzieningen die
het vereist. Helaas kan het minimaal be
nodigde doorstroomprofiel met behulp van
deze constructie niet worden gehaald; wellicht
is het mogelijk om in de onderbouw door
gaande kanalen op te nemen en zo door
stroomprofiel te winnen.
Er zijn voorts nog ideeën gelanceerd van
Het grootste sluitgat van de
Oosterschelde, de Roompot,
heeft meer dan de helft van het
totale getijvolume van het
zeegat
caissons met golfreductors en vlotter-af-
sluiters, en ook het elders wel toegepaste
idee van de rubberschulpstuw is nader be
keken op zijn toepassingsmogelijkheden in de
Oosterscheldemond. De omstandigheden in
de Oosterschelde zijn echter veel te zwaar
voor deze constructie.
De Stucos heeft behalve deze ideeënverzame-
ling ook alternatieve mogelijkheden voor de
afsluitmiddelen bedacht. Het meest waarde
volle denkbeeld op dit gebied lijkt thans dat
te zijn van de betonnen roosterschuiven met
een reductor, temeer omdat de afstand tussen
de caissonpijlers, die een maat is voor de
verhouding tussen gewicht en omvang van de
caisson, bij toepassing van roosterschuiven
minstens 20 m kan zijn.
Aan de hand van de modelgegevens van de
120