D.O.S.-caisson zijn er in eerste aanleg dertig Dntwerpen gemaakt, die alle uitgaan van een uiteindelijk te bereiken nat profiel van 10 000 m2. Een vast gegeven is, dat de getij beweging op de Oosterschelde niet mag /vorden onderbroken. Dat sluit de mogelijk- neid uit, de caissons te bouwen in een bouw- Dut op de plaats waar ze uiteindelijk moeten zijn. Deze voorwaarde beperkt in hoge mate de ontwerpvrijheid: men moet nu een be- onnen bak ontwerpen die moet kunnen varen, al is het maar gedurende een paar uur, en die nadien op enkele kilometers van de plaats .vaar hij werd gebouwd, aan de grond gezet noet worden. Welnu, de enige betonnen bakken die aan deze voorwaarde voldoen, zijn :aissons. De stabiliteit van deze caissons in de definitieve toestand wordt berekend uit gaande van een maximaal verval van 7 m, dat optreedt wanneer de buitenwaterstand op stormvloedpeil is, terwijl de schuiven bij laagwater gesloten zijn. Daar komt de golf- belasting die bij een superstorm behoort dan nog bij. De significante golfhoogte zal onder zulke omstandigheden in de buurt liggen van 4,5 m. Deze zware horizontale belasting zal door middel van wrijving mosten worden over gebracht op de ondergrond; een groot eigen gewicht van de caissons zal derhalve nood zakelijk zijn. Met een groot eigen gewicht correspondeert bij transport over water een grote diepgang; onder dit oogpunt gezien is een groot eigen gewicht dus juist niet gunstig, omdat de bijbehorende diepgang eisen stelt aan de vaarweg en problemen oplevert wanneer de drempel waarop de caisson moet komen te rusten, onvoldoende

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 15