De vloer en het plafond van de doorstroom-
koker hebben een helling van 1 8. Steilere
hellingen zijn in verband met de stroom-
geleiding niet toelaatbaar. Om dezelfde reden
moet zich zowel vóór als achter de water
kering een bovenkoker bevinden. Het belang
rijkste voordeel van deze constructievorm is
gelegen in het feit dat de schuiven in verge
lijking met die van de beide hiervoor ge
noemde caissonvormen klein kunnen zijn.
Wel heeft de bovenkoker vóór de kering - het
kwam al even ter sprake bij de halve bak -
het nadeel dat hij kantelen van de caisson in
de hand werkt ten gevolge van de hydro
statische waterdruk en van de golfbelasting
egen de onderzijde van de koker,
in vergelijking met de beide vorige caisson-
vormen is meer gewicht benodigd ten be
hoeve van de stabiliteit. Een voordeel is
echter dat de ballast in de bovenkokers kan
worden aangebracht.
Om golfklappen tegen de onderzijde van de
bovenkoker te vermijden, is die ter plaatse
van de instroomopening gesitueerd op N.A.P.
- 3 m. De lage ligging van de bovenkoker
verkleint het effectieve doorstroomoppervlak,
maar dat wordt gedeeltelijk gecompenseerd
door het feit dat de onderkoker bij deze
constructie laag kan zijn. Door het ontbreken
van een vrije waterspiegel kunnen zich pro
blemen voordoen met betrekking tot de ijs-
afvoer. De verkeersweg wordt ook hier in
verband met golfhinder hoog gesitueerd. Het
is niet mogelijk om de bovenkoker pas na het
plaatsen van de caisson aan te brengen en
daarmee de diepgang van de varende caisson
te beperken, omdat de bovenkoker dan onder
water bevestigd moet worden.
ROOMPOT
125