aanslagen zou men deze coëfficiënt laag
kunnen houden. Daarnaast spelen de zuig
krachten tengevolge van drukverschillen
tussen de onder- en bovenkant van elke
roosterbalk een rol. Omdat de balken van het
beweegbare en het vaste rooster elkaar
onderling kunnen beïnvloeden, kunnen de
zuigkrachten oplopen tot 50 van de hori
zontale belasting op de roosterbalken.
Een rekenvoorbeeld: voor een roosterschuif
met een breedte van 11 m en een hoogte van
22 m - van N.A.P. - 19 tot N.A.P. 3 m - is
bij een waterdruk van ongeveer 7 ton per m2
tijdens de eindfase van het sluiten, een
wrijvingscoëfficiënt van 0,6 en een zuigkracht
gelijk aan 100 van de horizontale belasting
ongeveer 1000 ton vijzelkracht nodig.
Als variant op de roosterschuif wordt ook de
roosterschuif met overlaat onderzocht. Het
Fig. 3. Hefschuiven