de caissons opnieuw op hoogte kan brengen
geruime tijd na het plaatsen en het eerste
ondervullen.
Hoewel ondervullen een gangbare techniek is,
doen zich bij de caissons een aantal speci
fieke problemen voor, waar nauwelijks of
geen ervaring mee bestaat. Deze problemen
worden gevormd door de bovenste open laag
stortsteen 60/300 kg van de drempel en de
daar doorheen trekkende kwelstroom. Wellicht
zal de kwelstroom de mortel uit het ondervul
materiaal uitspoelen. Er is ook weinig bekenc
omtrent het oppervlak dat te ondervullen is,
welke spleethoogte tussen caisson en drem
pel noodzakelijk is, of wat de beste vorm zou
zijn van de uitstroomopening van de onder-
vulpijpen.
Om het uitspoelprobleem te onderzoeken en
meer van het gedrag van een ondervulling te
weten te komen zijn een groot aantal proeven
uitgevoerd in de tot stroomgoot omgebouwde
vistrap van de stuw te Lith.
Om uitspoeling te voorkomen moet de mortel
in een aan alle zijden zo veel mogelijk dichte
ruimte geperst worden. De eerste gedachte is
geweest de mortel in een kunststofzak te
persen die wel waterdoorlatend zou zijn, maa
die het cement zou tegenhouden. Omdat zo'n
kunststofzak bloot staat aan hoge mortel-
drukken werden er ook sterkte-eisen aan het
doek gesteld.
In een aantal voorbereidende proeven is
onderzocht of nylon aan de sterkte-eisen vol
deed; dat bleek inderdaad het geval te zijn.
In de stroomgoot werd een klemconstructie
aangebracht bestaande uit een boven- en
onderframe die met 16 staven aan elkaar
verbonden waren. Vier vijzels van 200 ton
drukten deze frames naar elkaar toe. Tussen
de frames werd de drempelconstructie aan
gebracht terwijl de caissonbodem werd voor
gesteld door het bovenframe. Deze 'noten
kraker' was noodzakelijk omdat de gootvloer
niet berekend is op deze grote krachten. Met
behulp van de 200 tons vijzels werden de
belastingen ten gevolge van caissongewicht,
golven en getij gesimuleerd. Vervolgens were
over de constructie een verhang van 10
gezet. Het te ondervullen oppervlak bedroeg
7 m2, de maximale pompdruk 10 atmosfeer,
een enkele maal belangrijk meer.
Bij de eerste proeven werd de mortel in nylor-
doek geperst. Eerst werd dit doek tegen de
schurende werking van de stortsteen be
schermd door een mat, maar die is later weg
gelaten: De nylonzak bleek ook zonder mat
voldoende sterkte te bezitten. Ondanks enkels
onvolkomenheden bij de eerste proef mag
deze proevenserie volledig geslaagd genoemd
De mortelkoek in de stroomgoot
te Lith na het verwijderen van
de caissonbodem