w den. Gebleken is dat de mortel, ingebracht c der hoge druk, niet ontmengt en zeer snel 1/ hardt door het uitpersen van water. uksterkten van 100 kg/cm2 na 48 uur en van 5 0 kg/cm2 na 28 dagen werden bereikt. De d derkant van de mortel bleek volkomen 'contramald op de stortsteen. E j het begin van de proef trad een zeer lichte c mentuitspoeling op die echter door slib- \i rming tegen het doek aan snel ophield. Het b eek ook mogelijk, de caisson door druk van d ondervulling op te vijzelen. In een tweede p oevenserie is ook het nylondoek weg- g laten. Om uitspoeling tegen te gaan werd d stortsteenlaag ingewassen met grind 0-30 rr n. Bij de maximale in de goot haalbare s oomsnelheid - 2 m/sec - bleef nog vol- d >ende grind tussen de stortsteen liggen om v n een drempel te kunnen spreken. D drempel was zo dicht dat normale snij- r: iden niet genoeg in de drempel konden w rden gedrukt en men naderhand over- g gaan is op het toepassen van stalen messen v or het afdichten van de zijkant, tv.' t enige moeilijkheden, die ontstonden door- d t de afdichting tegen de gootwand niet v ideed, werden ongeveer gelijke resultaten b reikt als bij de proeven met nylondoek. C idervullen met beton bleek ook mogelijk, t- 3t was met beton echter niet mogelijk de c isson onder hoge druk te brengen en daar- n 3e verticaal te lichten. Dat kwam omdat er e n betonprop onder de uitstroomopening v rd gevormd. Om de uitspoeling van cement t verminderen is ook een proef uitgevoerd v rarbij eerst een deel met beton werd gevuld e de rest met mortel. Deze proef is geheel c slaagd; de caisson bleek nu ook te kunnen v >rden opgedrukt. f 3t doel van een andere proef was, na te c ,an of de permanente caissons in de mon- c og van de Oosterschelde ook na langere t d, bijvoorbeeld na een aantal maanden, nog 2 uden kunnen worden nagesteld. Dat kan r imelijk noodzakelijk zijn indien, ondanks het rdichten van ondergrond en drempel, on- t 'Slaatbare ongelijkmatige zettingen optreden i de ondergrond en/of de drempel. In de r aktijk zou het nastellen kunnen plaatsvinden c or het ondervullen van bepaalde vlakken e der de caissonbodem. Ook zou men kun- r n denken aan het opnieuw ondervullen op eds eerder aangebrachte ondervullingen, i deze laatste methode zou dan eerst ruimte maakt moeten worden, bijvoorbeeld door i gebruik van eerder onder tegen de issonbodem aangebrachte platte vijzels. De ermee te verkrijgen ruimte zou dan al naar lang de hoogte gevuld kunnen worden met mortel of beton, en de caisson zou zelfs verder kunnen worden opgelicht. Deze methode werd beproefd. Daartoe werden tegen de bodem van de bovenconstructie vier platte vijzels gemonteerd. Na het ondervullen van de ruimte tussen de met grind gevulde laag stortsteen en de caissonbodem met beton en mortel, werd de bodemconstructie 76 uur later met behulp van de vier platte vijzels 3 cm opgevijzeld. De ontstane ruimte werd opgevuld met mortel. Vervolgens werd de bovenconstructie nog eens 6 cm opgelicht. Tijdens de proef werd door de vier hoofd vijzels in totaal 120 ton tegenkracht geleverd. In principe bleek het dus wel mogelijk, de caissons ook geruime tijd na de eerste onder vulling nog na te stellen. Uit een kostenberekening kwam naar voren dat het toepassen van betonnen snijranden, eventueel gecombineerd met een kunststof doek economischer is dan stalen snijranden. Indien het inwassen van grind in de drempel in de werkelijke toestand zinloos is, omdat het vanwege de turbulentie in het sluitgat toch niet stabiel is, zijn stalen snijranden ook niet noodzakelijk. Verder onderzoek, onder meer naar de wrij vingscoëfficiënt van een ondervuld caisson en de invloed van de spleethoogte op het te ondervullen oppervlak, is voorgenomen in een proefput te Kats. 141

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 35