gaten uitgevoerde werkonderdelen: de
bodembeschermingen en de pylonen voor de
kabelbaan. Het verwijderen van de pylonen
zal ongetwijfeld de meest opvallende verande
ring zijn. Wellicht kunnen de koppen van de
pylonen nog deels gebruikt worden bij even
tuele kabelbaansluitingen van de comparti-
menteringsdammen.
De gevolgen voor de reeds aangebrachte
bodembescherming zijn van ingrijpende aard.
Denken we alleen al aan de verdichting van
de ondergrond onder de caissons, die zoals
bekend nodig is om de stabiliteit van de
caissons te vergroten en de zettingen te
verkleinen. Voor en na de verdichting van de
ondergrond is een uitgebreid grondonderzoek
noodzakelijk, zowel om de verbetering vast
te stellen die als gevolg van de verdichting is
opgetreden als om de randvoorwaarden te
vinden voor de grondmechanische stabiIiteits-
en zettingsberekeningen. Voor deze maat
regelen worden de reeds gelegde zooistukken
doorboord, waardoor ze hun filterwerking
verliezen. Bovendien hadden deze zooistukken
in het oude plan voornamelijk een functie
gedurende de sluitingsfase. In het nieuwe
plan worden veel hogere eisen aan de be-
zinking gesteld: de stukken moeten nu ge
durende de gehele levensduur van de storm
vloedkering hun functie blijven uitoefenen,
terwijl de omstandigheden van verval en tur
bulente stroming ongunstiger zijn. Men over
weegt om over deze oude zooistukken heen
een sandwich-constructie aan te brengen
bestaande uit twee lagen van vaste ballast-
stukken met daartussen een laag fijn grind.
Vastgesteld moet dus worden dat de reeds
gelegde zooistukken in het nieuwe plan geen
dienst meer doen.
En niet alleen dat de reeds aangebrachte
bodembeschermingen geen functie meer zul
len hebben; zoals uit het onderstaande zal
blijken, zal wellicht een groot deel verwijderd
moeten worden. Voor een kabelaansluiting
hoeft het aanwezige geulprofiel in het tracé
van de dam niet te worden aangepast. Voor
een caissonsluiting is echter in het lengte
profiel een strak belijnde drempel noodzake
lijk. Het wintersluitgat, dat is het profiel in
de laatste winter vóór de sluiting, moet onge
veer de belijning krijgen van een bak en een
zodanige grootte dat ook de laatste caissons
geplaatst kunnen worden zonder dat de
maximale stroomsnelheden rond de kentering
teveel toenemen.
Afhankelijk van de te kiezen caissonvorm zal
het oppervlak van het wintersiuitgatprofiel
60 000 a 70 000 m2 groot moeten zijn. Het
huidige profiel heeft zonder wintersluitgat-
drempel een doorstromingsoppervlak van
76 000 m2.
Aangezien damaanzetten en drempels ten
minste 25 000 m2 profiel wegnemen, is het
mogelijk dat er inbaggeringen plaats zullen
moeten vinden om voldoende doorstroom
profiel te maken voor het plaatsen van de
caissons. Nader onderzoek zal moeten uit
wijzen of deze extra profielverruiming nog
nodig is.
Is dat inderdaad zo, dan zou een groot deel
van de reeds aangebrachte zooistukken en
randbezinkingen opgeruimd moeten worden.
Ter plaatse van de inbaggeringen moet dan
vervolgens de gehele drempelconstructie
worden opgebouwd. De opbouw kan echter
niet onmiddellijk aansluiten op het bagger-
werk, omdat het materieel op bepaalde
afstanden uit elkaar moet werken.
DAMAANZET
ROOMPOT NOORDLAND
NEELTJE JANS
152