namelijk dat na het gereedkomen van de stormvloedkeringen aan de buitenzijde van de dam misschien wel twee havens met loswallen nodig zouden zijn om van daaruit de nodige onderhoudswerken aan het kunstwerk te kun nen verrichten en om als vluchthaven te kunnen dienen voor visserschepen en zeilboten. Ook zou misschien in de toekomst in één van die havens de reddingsboot van de K.N.Z.H.R.M. - die nu Burghsluis als thuishaven heeft - kunnen worden gestationeerd. Omdat de werkeilanden Noordland en Roggenplaat als plaatsen van de havens het meest voor de hand lagen, is nagegaan of de bouwputten daar zouden kunnen worden gemaakt, en of ze na de af sluiting van de Oosterschelde tot buiten havens zouden kunnen worden omgevormd. Bij Noordland zou wat de ruimte betreft het maken van een bouwput voor de Roompot caissons op een plaats zeewaarts van de dam wel mogelijk zijn. Voor de bouwputten van de caissons voor de afsluiting van de Schaar van Roggenplaat en de Hammen lag dit anders. In een bouwput in het werkeiland Roggenplaat zouden alle grote caissons en de landhoofd- caissons van de beide stroomgeulen kunnen worden gemaakt. Als bouwplaats van kleinere caissons was de bestaande bouwput voor de sluis in het werkeiland Noordland uitgezocht. De zeewaartse vaarroute tussen deze bouwput en de sluitgaten zou echter vrij lang en ge vaarlijk zijn, en ook veel baggerwerk vereisen. De vaarroute binnendoor, hoewel ook vrij lang, zou dan toch de voorkeur genieten. Daarom is ook nagegaan of de bouwput op de Roggenplaat nog oostwaarts zou kunnen worden uitgebreid, zodat daar alle caissons voor de beide noordelijke stroomgeulen zouden kunnen worden gebouwd. Deze uit breiding zou echter een te grote ingreep betekenen: de bestaande werkhaven met los wallen en havendammen zou moeten worden opgeruimd en door een andere werkhaven vervangen. Na de sluiting zou de bouwput voor een groot gedeelte weer moeten worden dichtgegooid en zou er een slechts 2,5 ha grote buitenhaven resteren. Dit alles over ziende, achtte men het veel beter om voor de caissons van de noordelijke geulen een bouw put aan de noordwestzijde van het werkeiland Neeltje-Jans te maken. In deze put zouden alle caissons kunnen worden gebouwd, de volgorde van plaatsing van de caissons zou geen moeilijkheden opleveren, de vaarroutes zouden kort zijn en er zou een grote buiten haven resteren die mogelijk ook voor de sportvisserij op de Noordzee zou kunnen worden gebruikt. Beide bouwputten zouden dan op één eiland zijn gesitueerd, zodat men gemakkelijk personeel, materieel en mate rialen zou kunnen uitwisselen. Het personeel zou zowel uit zuidelijke als uit noordelijke richting kunnen komen. Voorts zou het werk eiland Roggenplaat beschikbaar kunnen blijven voor de bouw van een schutsluis. Naast deze voordelen van de situering van de beide putten zeewaarts van Noordland en Neeltje-Jans waren er echter ook vrij veel nadelen aan te ontdekken in vergelijking met situering aan de binnenzijde van het damvak: de uitvoering van het werk is veel moeilijker, de ringdijken moeten omdat zij veel meer aan golf en stroom zijn blootgesteld zwaarder zijn geconstrueerd en ook hoger zijn dan de ring dijken van bouwputten aan de binnenzijde van het damvak, terwijl ook het laboratorium onderzoek veel uitgebreider is en langer duurt. Niet alleen daarom, maar ook wegens hun bijzondere grootte zijn de bouwputten uiteindelijk aan de binnenzijde van het dam vak Geul gesitueerd. Uit de beschikbare boringen en sonderingen blijkt dat aldaar zonder bezwaar bouwputten kunnen worden gemaakt. De bodem beneden N.A.P. - 10 m bestaat in elk geval uit zand met een conusweerstand van meer dan 100 kg/cm2, zodat de caissons daar zonder meer op kunnen worden gebouwd. Uit pompproever is gebleken dat de beide putten te bemalen zullen zijn. De omvang van de bouwputten is globaal bepaald aan de hand van het door ervaring verkregen verhoudingscijfer van bebouwde en totale oppervlakte van zo'n bouwput, nl. 1 2,9. Gegeven een totale bodemoppervlakte van de Roompotcaissons van 11 ha komt men dus op een bouwput oppervlakte van 2,9 X 11 =32 ha. Op over eenkomstige wijze kon de oppervlakte van de bouwput voor de caissons voor de Schaar van Roggenplaat en de Hammen op 39 ha worden berekend. Omdat de caissons van de Ooster- scheldewerken in tegenstelling tot de gang van zaken bij vroegere caissonafsluitingen wegens hun veel grotere tonnage mogelijk door ongeveer 60 m lange opdrijflichamen drijvend moeten worden gemaakt en daar mede ook moeten worden versleept, is de bouwput voor de Roompot vergroot tot binnendijks 775 X 600 m - 47 ha - en die voor de twee andere geulen tot 885 X 600 m - 53 ha. De vormen van de bouwputten en de nadere situering ten opzichte van elkaar en van het damvak zijn onder meer vastgesteld op grond van een globale indeling van de putten, de resultaten van het waterloopkundig onderzoek en de situering van de toegangsgeul tussen de putten naar een in de toekomst te maken 158

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 52