Fig. 3. Compartimentering vol gens model C3 met aanpassing van het bestaande kanaal door Zuid-Beveland Fig. 4. Compartimentering vol gens model C1 SETV OÓSTEffSCHELOS,' woonfunctie levert de verbreding van het Kanaal door Zuid-Beveland nauwelijks be zwaren op. Er zal wat landbouwgrond moeten worden opgeofferd - maar minder dan wan neer men een geheel nieuw kanaal zou graven - en een aantal woningen zal moeten verdwijnen. Er zal geen extra verlies optreden aan schorren en getijdegebieden. Daar staat tegenover dat verbreding van het Kanaal door Zuid-Beveland het verlies zou betekenen van het meest waardevolle deel van de Kapelse Moer. Voor de visserij en de schelpdiercultures zullen er voldoende hoge zoutgehaltes zijn. Voor het overige zijn de waterhuishoud- kundige en milieutechnische aspecten onge veer gelijk aan die van model C3-Kanaal bij Krabbendijke. Dit geldt ook voor het finan ciële aspect: evenals bij de oplossing met een kanaal bij Krabbendijke zal de totale compartimentering met aanpassing van het Kanaal door Zuid-Beveland naar schatting circa 975 miljoen gulden gaan kosten. Ten slotte geeft de Commissie Compartimen tering Oosterschelde in overweging de com partimentering te voltrekken volgens een prin cipieel andere opzet, overeenkomend met het door de Commissie-Klaasesz als 'C1' aange duide model. Dit model impliceert een schei- scheidingsdam in de lengterichting van het Volkerak, lopend van St.-Philipsland naar de Volkerakdam, waarop hij aansluit tussen de inlaatsluis en de scheepvaartsluizen, en voorts een Oesterdam (figuur 4). De doorvaart door Zuid-Beveland zou volgens dit ontwerp moeten geschieden door het bestaande Kanaal door Zuid-Beveland. De doorgaande scheepvaart zou de Volkerakdam moeten passeren via nieuwe sluizen. Het totale aantal sluispassages is één minder dan bij de hier- voorgenoemde compartimentering. Model C1 roept in het bijzonder problemen op in verband met de waterhuishouding: er zal namelijk een blijvende zoutbelasting optreden op het noordelijk bekken via de nieuw te bouwen Volkeraksluizen, die bestemd zijn voor de scheepvaart door het Kanaal door Zuid-Beveland. Directe zoetwatervoorziening vanaf het zoete compartiment voor Tholen, St.-Philipsland en West-Brabant is vrijwel niet meer te realiseren; de aanleg van drinkwater bekkens zou een redelijk alternatief zijn, ware het niet dat het een duur leidingsysteem vergt. In het voordeel van de genoemde variant van compartimenteringsmodel C1 spreekt, dat er een grotere oppervlakte aan schorren, slikken en platen in het gebied van Krammer en 113

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 7