De afsluitmiddelen van de
stormvloedkering
Ook bij het ontwerp van de afsluitmiddelen
voor de beweegbare stormvloedkering is het
mogelijk terug te grijpen op vroegere ervarin
gen. Uit de ervaringen met de beweegbare
stormvloedkering in de Hollandse IJssel heeft
men bijvoorbeeld geleerd dat het ontwerp
van schuiven die op stroom gesloten moeten
kunnen worden, bijzondere zorg vereist.
rvaringen met de bouw van de uitwaterings-
uizen in het Haringvliet hebben uitgewezen
at de kosten van de staalconstructies, en dan
)oral van de hefwerktuigen, bij dit soort
erken een belangrijke rol plegen te spelen,
ij de Haringvlietsluizen was de kostenver-
sling bijvoorbeeld als volgt: voor bodem-
srdediging, dus stortebedden en bezinkingen
65 miljoen; voor betonconstructies
i i90 miljoen; en voor de schuiven met de
I efwerktuigen f160 miljoen; een kostenver-
I ouding derhalve van ruwweg 1:3: 2,5.
i valvatie van de tot nu toe opgedane ervarin-
en leidde ertoe, dat men ging zoeken naar
en ontwerp waarbij de schuiven enerzijds
i en zo gering mogelijke oppervlakte hebben,
n anderzijds over een zo klein mogelijke
isngte bewogen moeten worden.
lu men weet dat de situatie van 'sluiten op
troom' maatgevend is voor het ontwerp van
e bewegingswerktuigen, heeft men een be-
angrijk uitgangsgegeven voor het schatten
an de te verwachten belastingen op de
chuiven en de bewegingswerktuigen. Een
inder fundamenteel gegeven is het te ver-
vachten maximale hydrostatische verval over
het kunstwerk van 7 m, en de maximaal te
keren golfhoogte van 9 m. Hoewel het water
loopkundig onderzoek naar de belastingen
nog niet klaar is, houdt men voorlopig de uit
deze uitgangsgegevens af te leiden richt
lijnen aan. Het hydrostatisch verval van 7 m
en de golven van 9 m leveren samen een
belasting op van 1,5 ton per m2. De onder
delen van de schuiven die ongeveer liggen
op de hoogte van de waterspiegel moeten
bovendien bestand zijn tegen kortdurende
golfklappen, een extra belasting van ongeveer
40 ton per m2. De belastingen die de schuiven
ondervinden tijdens het bewegen zijn sterk
afhankelijk van de totale oppervlakte van de
doorlaatopeningen en van de snelheid waar
mee de schuiven bewogen worden. Voorlopig
gaat men uit van een verval van 3 m, dat
optreedt in de eindfase van de sluiting. Samen
met een golfbelasting van 4 ton per m2 be
draagt de totale maximale belasting tijdens
het sluiten dan 7 ton per m2. Wanneer de
schuiven worden bewogen zijn vooral de te
overwinnen wrijvingskrachten bepalend voor
de dimensionering van de bewegingswerken.
Er dient rekening mee te worden gehouden
dat vervuiling en .aangroei van mosselen of
zeepokken in de inkassingen de wrijvings
krachten zal verhogen. Er wordt dan ook
gezocht naar middelen om de aangroei van
organismen tegen te gaan. Aangezien de
schuiven in stromend water bewegen zijn ze
ook onderhevig aan zuigingskrachten. Hoe
groot deze krachten zullen zijn, wordt in
belangrijke mate bepaald door de vormgeving
van de onderkant van de schuifconstructie; ze
zullen in elk geval kunnen oplopen tot 10 a
15 van de horizontale belasting die tijdens
het bewegen tengevolge van het verval op
de schuif wordt uitgeoefend.
De schuif kan door zijn beweging in stromend
water bovendien in trilling raken. De mate
waarin dit het geval zal zijn is afhankelijk van
het eigen trillingsgetal van de constructie,
van de stroomsnelheid en van het zoge
naamde getal van Strouhal.
Bij een bepaalde kritische stroomsnelheid
kunnen de trillingen zo sterk worden, dat ze
gevaar gaan opleveren voor de schuif.
De afmetingen van de schuif zijn op dit ogen
blik nog niet vastgesteld. Voorlopig wordt de
dagmaatbreedte gesteld op ongeveer 10 m.
127