bieden die veelal op complexe wijze met
raar samenhangen. Zelfs de categorieën
n consequenties zijn talrijk. Zij omvatten de
ligheid van mensen en bezittingen tegen
arstroming; de uitgaven van het rijk ten
hoeve van de constructie en het onderhoud
n de werken; de eventuele tekorten van
tieke hulpmiddelen die nodig zijn voor de
nstructie; de economische gevolgen niet
aen met betrekking tot de industrie die
:elrecht bij de constructie van de storm-
edkering is betrokken maar ook met be
kking tot de toeleveringsbedrijven; de
ansiteit van het watergebruik voor ver-
lillende doeleinden en de kwaliteit van
i water; eventuele veranderingen in de
0 pulaties en de soortenrijkdom van flora en
ff na; en tenslotte de verdeling van de con-
3 juenties over de verschillende belang-
1 abende bevolkingsgroepen.
D studies die op het ogenblik gaande zijn
n t betrekking tot de stormvloedkering in de
C sterschelde hebben als doel meer inzicht
It verwerven op gebieden waar thans nog
o zekerheid heerst. Aangezien het hier een
w rk betreft dat pas in de toekomst zal func-
li neren is het wegnemen van alle onzeker-
h ten onmogelijk. Door studie kunnen de
0: ekerheden echter wel beperkt, gelokali-
sc rd en gewaardeerd worden. Onzekerheid
b staat bijvoorbeeld nog over de grond-
rr: chanische eigenschappen van de onder-
g nd waarop de caissons komen te staan.
E tweede onzekerheid wordt gevormd door
d vorm van de getijkromme die zich zal
v rdoen bij de eens in de tienduizend jaar
c redende superstorm. Het spreekt vanzelf
d we hierover geen meetgegevens hebben,
z iat èn de hoogte èn de vorm door extra-
p atie moeten worden bepaald. Zoals uit een
v de volgende artikelen in dit nummer blijkt,
h ;ft de vorm van de getijkromme niet alleen
g olgen voor de krachten op de schuiven en
d sluitingsmanoeuvre, maar bepaalt ze ook
d' door de sluiting gevormde translatiegolf
ii iet Oosterscheldebekken. Een derde on-
z :erheid wordt gevormd door de bodem-
c wikkeling van de Oosterschelde ais gevolg
i de verschillende vormen van de storm-
edkering. Blijven de geulen op de plaats
v ar ze zich thans bevinden, of treedt er
ïslibbing op, moeten we nog aantasting
i de oevers verwachten, en dergelijke on-
.erheden meer. Naast deze onzekerheden
i meer technische en sedimentologische
c rd kunnen we de onzekerheden in het
logische vlak noemen, zoals de mogelijk-
h d van flora en fauna op de platen ten-
olge van de veranderde getijhoogten.
De relatie tussen de beleidsanalyse en de
andere studies die gaande zijn wordt getoond
in fig. 3. De aandacht wordt erop gevestigd
dat de activiteiten een breder gebied be
strijken en minder details in aanmerking
nemen naarmate we hoger in de piramide
komen. Door een veelomvattende en systema
tische benadering probeert de beleidsanalyse
de ontwerpers en managers die bij de studie
betrokken zijn, te helpen verschillende taken
te coördineren, prioriteiten te bepalen en te
wijzen op mogelijk ontbrekende schakels. Dit
alles met behoud van haar meer traditionele
rol als steun bij de later te maken keuze
tussen de verschillende ontworpen alter
natieven.
Om de beleidsanalyse voor de Oosterschelde-
problematiek uit te voeren is samenwerking
gezocht met de Rand Corporation, een
bekend Amerikaans researchinstituut dat
baanbrekend werk heeft verricht op het
gebied van de ontwikkeling en toepassing van
de beleidsanalyse. Rand is een organisatie
zonder winstoogmerk, met een staf van meer
dan vijfhonderd academici uit verschillende
gebieden van wetenschap, waaronder natuur
kundigen, biologen, wiskundigen, sociologen,
ingenieurs en informatici. Om haar onafhanke
lijkheid en objectiviteit te waarborgen wordt
de Rand Corporation evenals vele Ameri
kaanse universiteiten bestuurd door een
curatorium. Bovendien bevindt zich binnen
de Rand-organisatie een opleidingsinstituut,
het Rand Graduate Institute, dat een van de
weinige postdoctorale opleidingen in de be
leidsanalyse in de wereld geeft. Men kan aan
dit instituut dus de doctorsgraad in de be
leidsanalyse behalen.
Rand heeft de beleidsanalyse in de afgelopen
jaren vooral gebruikt bij milieuproblemen.
In de zogenaamde 'STAR-study', een onder
zoek naar de verschillende mogelijkheden van
vervoer in California, heeft deze organisatie
computertechnieken ontwikkeld voor het voor
spellen van geluidsoverlast en andere gevol
gen van verschillende transportsystemen. Het
'San Diego Clean Air project' gaf aanleiding
tot de ontwikkeling van een omvattende
methodologie voor het anaiyseren van milieu
problemen. Twee Randstudies op het gebied
van de smog-beheersing in Los Angeles
hebben de basis gevormd voor het kortgele
den aanvaarde plan van die stad voor het
beperken van de luchtvervuiling en het opvan
gen van de gevolgen van de energiecrisis.
Een derde belangrijke reden om Rand voor
deze studie uit te nodigen was dat de beleids-
173