ieder geval dat dit nooit zal voorkomen omdat
tropische cyclonen op de Noordzee fysisch
onmogelijk zijn en cyclonen bovendien nooit
deze omvang kunnen hebben. Voor ons doel
is het echter belangrijk dat men op deze
wijze een aantal stormvloeden kan constru
eren die ieder gekenmerkt worden door een
vrijwel constant, specifiek stormeffect. Met
recht kunnen we dit geconstrueerde storm
vloeden noemen. (Zie ook figuur 3).
Over de kans van optreden weten we echter
nog niets. Een eerste inzicht hierin tracht
men te verkrijgen door de statistiek toe te
passen op de in het verleden opgetreden
windvelden. De uitkomsten hiervan hebben
echter meer kwalitatieve dan kwantitatieve
waarde.
Behalve het verloop van de buitenwaterstand
is het voor ons probleem ook van belang,
schijnsel gepaard met een waterstandsver
laging en aan de buitenzijde met een water
standsverhoging. De vergroting van de ver
vallen over de stormvloedkering die daaruit
resulteert kan naar voorlopige schatting wel
tot omstreeks 2 m oplopen. Bij het onderzoe(
hiernaar moet er rekening mee worden ge
houden dat niet alleen de maximale getij
rijzing, maar ook de vorm van de stormvloed-
kromme in de tijd voorafgaand aan en tijdens
de sluiting van belang zijn. Voorlopig wordt
uitgegaan van een maximaal verval tijdens dn
sluitingsmanoeuvre van 3 tot 4 m.
Samenvattend kan gesteld worden dat op dit
moment nog slechts een eerste benadering
beschikbaar is van de grootte van de te ver
wachten maximale vervallen over de storm
vloedkering - en dus van de stroomsnel-
heden - tijdens de sluitingsmanoeuvre. Om
hoe de waterstand aan de binnenzijde van de
stormvloedkering zal verlopen. Daarbij spelen
de windvelden boven het Oosterschelde-
gebied een grote rol.
Zeer sterke noordwestelijke winden kunnen
afwaaiingen en dus waterstandsverlagingen
veroorzaken aan de binnenzijde van de storm
vloedkering. Het verval over de stormvloed
kering wordt dientengevolge groter.
Ook de in Bericht 72 reeds beschreven trans-
latiegolven hebben een verval-vergrotend
effect. Indien de kering gesloten wordt tijdens
een stormvloed waarbij het buitenwater de
stand N.A.P. 3 m bereikt heeft, dan kunnen
er translatiegolven ontstaan die veel groter
zullen zijn dan afgebeeld in Bericht 72. Of dit
zal gebeuren hangt vooral af van de stijg-
snelheid van de stormvloed. Aan de binnen
zijde van de stormvloedkering gaat dit ver
Fig. 4. De toelaatbare water
stand is afhankelijk van opwaa
ing en golfoploop
een betere benadering te bereiken worden
thans berekeningen uitgevoerd uitgaande vai
'geconstrueerde stormvloeden'. Daarnaast
is een statistisch onderzoek aan de gang om
tot een betere en meer nauwkeurige bepaiinc
te komen van het waterstandverloop tijdens
de maatgevende stormvloed.
180