V antie geen significant kostenverschil eedt. wee minimum-oplossingen die we zojuist oraken werden onderzocht voor een fun- ng op staal. Om echter ook reeds andere .anten door te berekenen, werd daarnaast proefontwerp gemaakt voor een fundering palen of putten. In het hierna volgende len we nu achtereenvolgens enigzins er en détail de brievenbusoplossing, de eetoplossing en de ontwerpen met een idering op palen of putten behandelen. brievenbus de brievenbusoplossing is ernaar gestreefd debietverdeling per sluitgat en over de itgaten gezamenlijk zowel in de bouwfase in de eindfase zoveel mogelijk gelijk te k uden aan de huidige. In de bouwfase wordt dit doel bereikt door de wintersluitgaten de juiste vorm te geven. Om te weten wat de juiste vorm is, moet men echter inzicht hebben in de bepalende fac toren. In de eerste plaats mogen de kenterin gen niet te kort duren om het plaatsen van de laatste caissons mogelijk te maken. Enigszins arbitrair is daarom gesteld dat het doorstroomprofiel bij het plaatsen van de laatste caisson minimaal 30 000 m2 moet bedragen. Dit houdt in dat het doorstroom profiel van het wintersiuitgat 60 000 m2 moet zijn. Om dit te bereiken zijn vrij omvangrijke baggerwerken nodig. Verder blijkt dat de bovenkant van de drempel met het oog op de diepgang van de caissons niet ondieper mag liggen dan N.A.P. - 13 m. Om de oor spronkelijke sluitgatvorm enigszins te kunnen behouden zijn in het wintersluitgatprofiel ROOMPOT SCHOUWEN N6EUTJE JANS NOORDLAND SCHAAR VAN ROGGENPLAAT DAMVAK GEUL 183

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 21