zijn kan een zorgvuldige analyse van het stroombeeld al vaak aangeven welke punten in het ontwerp kritiek kunnen zijn, gegeven een volledig inzicht in de consequenties van alle combinaties van schuif- en waterstanden. De vormgeving van en het stroombeeld in de lekspleten is namelijk juist bij de tussen posities van de schuif vaak gecompliceerd doordat de afdichtstrippen vrijkomen van de aanslag, en er water onder, boven en zijdelings langs de schuif stroomt. Bovendien treden in de sponningen in het algemeen belangrijke stromingen op als gevolg van drukverschillen boven en onder de schuif. De trillingen die kunnen ontstaan geven vaak aanleiding tot lawaai, tot verhoogde slijtage van wielen en afdichtstrips en dus tot veel onderhoud en tijdelijke buitenbedrijfsteiling; behalve dat leiden ze tot schade aan de 'eting van trillingen ten je Ige van lekstroming aan de )ei dendeur van de schutsluis e h, na de revisie in 1958 rillingen bij overstromend ;pbellen ontstaan die vervolgens weer ioderen. erdelen van schuiven kunnen zelf-excite- de trillingen opwekken doordat de stro- g door de trilling zelf een variërende ilshoek krijgt; bij een kritieke invalshoek deze variatie een grote krachtsverande- tengevolge hebben. :aatste voorbeeld geven we het geval dat urbulentie, die voor een groot deel door schuif zelf wordt opgewekt, de schuif amisch belast. Door het brede frequentie- rtrum worden altijd één of meer resonan- equenties van de schuif bereikt, waardoor a opslingering ontstaat, de problematiek van stootbelastingen nen we in dit artikel slechts summier an. rzover de trillingsmechanismen bekend 189

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 27