rnaast heeft men modellen die kunst- g in trilling gebracht worden en waarbij rachten gemeten worden die het water afent. Dit type heeft het voordeel dat een heel frequentiegebied doorgemeten worden bij gevarieerde amplitude. Moei- r is het de trillingsrichting te wijzigen, r de energie-overdracht vanuit de stro- g naar de constructie te beschrijven als tie van de amplitude is vertaling naar drie-dimentionale prototype mogelijk, meer men stelt dat de energie-overdracht te evenwichtsamplitude altijd gelijk moet aan nui. rigens wordt dit soort modellen weinig jepast; doordat de gemeten krachten ge- ïpenseerd moeten worden met de traag- tskrachten van het model is de nauwkeu- eid minder groot; ook worden hoge eisen ield aan de stijfheid van het systeem ter rkoming van parasitaire trillingen, derde belangrijk type model is het tisch gelijkvormige model. De constructie dt bij deze modellen geheel nagebouwd r niet altijd van hetzelfde materiaal als prototype. De bedoeling is dat in een gelijk model de relatieve vervorming van materiaal gereproduceerd wordt. Dit type lel is het eerst toegepast in de lucht- rttechniek bij het flutteronderzoek aan igels. Bij deze toepassing is het model- eriaal gelijk aan dat van het prototype, dezelfde vervormingen te krijgen wordt de aal van de belasting aangepast aan de iheidsschaal. Die kan namelijk, omdat een tunnelonderzoek betreft, nog vrij den gekozen. De stroomsnelheid moet eze modellen gelijk zijn aan die in het (Otype. trillingen speelt de massa van de construc- een rol; ze moet in een dynamisch model jvereenstemming zijn met de traagheids- chten in de vloeistof bij niet-stationaire •ming. De soortelijke massa van het model- teriaal moet daarom de juiste verhouding 'ben tot die van de vloeistof: vliegtuigen eten in luchtmodellen bekeken worden schuiven die in het water staan kunnen ?en in watermodellen worden onderzocht, idat het stroombeeld bij schuiven sterk dt bepaald door de vrije waterspiegel et weer aan de schaalwet van Froude daan worden; de watersnelheden in het del zijn in dit geval veel geringer dan die •et prototype. Om aan de vervormingseis oldoen moet in het model een weker eriaal worden toegepast dan in het pro- pe. De beperkte keuze van beschikbare materialen en de noodzaak om tot bruikbare modelschalen te komen leidt ertoe, dat men in dergelijke modellen bij te stijve materialen zoals metalen de wanddikte moet verkleinen of bij te weke materialen zoals plastics de wanddikte vergroten ten opzichte van de geometrisch juiste waarde. De massa wordt dan bijvoorbeeld met lood aangepast aan de vereiste waarde. Bij dit type model kan men tengevolge van de materiaalkeuze de schaal niet vrij kiezen; hij ligt tussen 1:2a 1 6 voor reproductie van stalen schuiven in een metalen model (staal, messing of alumi nium), terwijl een plastic model moet worden gemaakt op schaal 1 15 a 1 :60. Bij 1 15 moet al een 4x te dik materiaal worden toe gepast, waardoor de geometrie van de con structie in gevaar kan komen. Elastisch gelijkvormige modellen hebben ten opzichte van andere dynamische modellen het voordeel van een volledige drie-dimen sionale reproduktie van zowel het stroom beeld als de mechanische eigenschappen. Ook als de trillingsvormen niet uit berekening bekend zijn, komen ze in het model tot uiting. Dit is van groot belang bij het onderzoek aan nieuwe constructies, waarin bijvoorbeeld nog onverwachte instabiele trillingen kunnen voorkomen. Het model dient vooral als laatste controle op het ontwerp; voordat het model gebouwd kan worden moet de geometrie en de stijfheid van de constructie in onderdelen vast liggen. Figuur 5 laat zien dat het trillingsgedrag, ook bij een zeer complexe trillingsvorm, behoor lijk wordt gereproduceerd. Bij het modelonderzoek naar de schuiven in de uitwateringssluizen in het Haringvliet is de toepassing van een elastisch model niet beperkt gebleven tot het trillingsonderzoek; het diende daar ook als controle op reken- methodieken en elektrische simulatietech nieken voor het golfbelastingsonderzoek. Proeven waarbij in een later stadium de ge reedgekomen constructie periodiek is geëxci- teerd hebben aangetoond dat deze model techniek, hoewel het ontwerp op een aantal punten in de laatste fase nog gewijzigd is zonder dat dit in het modelonderzoek kon worden ingepast, betrouwbare resultaten geeft, ook voor complexe trillingsvormen. De trillingsvormen en de bijbehorende frequenties kunnen er goed in worden gereproduceerd. De drie typen modellen hebben duidelijk elk hun mogelijkheden, maar ook dikwijls belang rijke beperkingen. Daarom is vaak bij één schuifonderzoek een aantal modellen nood zakelijk. Dit kan worden geïllustreerd aan 193

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 31