bodemhoogte is variabel; er zullen 10 a roosterbalken boven elkaar liggen. Door ee roosters ten opzichte van elkaar te i rschuiven worden ze geopend of gesloten. geopende stand hebben twee balken 3 men een zo goed mogelijk gestroomlijnde rm. Het onderzoek naar de mogelijke 1rmgeving geschiedt in vier modellen in het iA aterloopkundig Laboratorium te Delft, hier \i rder aan te duiden als model A t/m D. I model A wordt een onderzoek gedaan o schaal 1 5 van een mootje van de s huif met twee roosterbalken in geopende 0 bijna geopende stand. De stroomlijnvorm v. rdt gevarieerd om mogelijke verbeteringen ti onderzoeken en de gevoeligheid te be- k ken voor onregelmatigheden ten gevolge v n fabricage of aangroei. Alleen de weer- s tnd van de balk op de stroming is onder- z cht. Hoewel het model in principe een rr del is zonder vrije waterspiegel en vrij tt kiezen watersnelheid, kon het plafond a hterwege blijven wanneer er maar lang- z am gestroomd werd. De nagenoeg hori- z ntale waterspiegel vormt de stroombe- g snzing. Het voordeel is dat wijzigingen in d model snel aangebracht en onderzocht k nnen worden. f adel B stelt een mootje voor van de schuif r 3t 2 balken, schaal 1 2,75; het is geplaatst 1 een tunnel. Hierin kan met verschillende elheden gestroomd worden. Bij de maxi- 1 ale snelheid wordt 1/8 van het gewenste ynoldsgetal bereikt. Op die manier kan n indruk verkregen worden van de grootte de frequenties van de drukfluctuaties c er de gehele omtrek van de balken, f de proeven in model C wordt in dezelfde i nnel een mootje van de schuif met 5 balken 6. Model C, met vijf balken 7. Model D, het plastic elastisch gelijkvormige model, tijdens het ijken van een der roosterbalken 195

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 33