fty s\\ Y J V- J V 200 300 -X EB w V VLOED LAUWERSZEE BROUWERSHAVENSE GAT VEERSE GAT VOLKERAK Invaarproeven met een caisson met drijflichamen Fig. 1. Maximale eb-en vloed snelheden bij toenemende ver nauwing van het sluitgat Room pot in de Oosterschelde door plaatsing van doorlaatcaissons dan wel stormvloedkerende caissons Fig. 2. Vorm van de getij- kromme ter plaatse van de laatste af te zinken caisson Fig. 3. Maximale stroomsnel- heden bij verscheidene plaatsin gen van laatste caissons Deze mogelijkheid is echter, zoals reeds eerder gezegd, begrensd door het probleem van de ongewenste aanzandingen in de bouw fase. Elke kunstmatige kuil in een beweeg lijke zandbodem onder water zandt onmid dellijk weer aan. Het toegevoerde zand zou in dit geval de filterconstructie van de drem pel aanzienlijk kunnen verstoren. In eerste instantie wordt derhalve getracht de ontstane problemen per stuk op te lossen. De ontgrondingen bestrijdt men met behulp van een langere bodembescherming. Ten behoeve van de stabiliteit van de drem pel wordt momenteel onderzoek gedaan naar de stroombestendigheid van de stortsteen. Blijkt die onvoldoende dan kan een oplossing gevonden worden door de steen vast te leg gen met asfalt of met een matconstructie of iets dergelijks. Het gebruik van zwaardere en dus grotere steen is minder raadzaam in verband met de vlakheid van de drempel. Het gebruik van stenen of slakken met een hoger soortelijk gewicht kan ook een oplos sing zijn; maar die wordt misschien weer erg duur. Ook hier zal nog geruime tijd gewikt en gewogen moeten worden, voordat een voor iedereen aanvaardbare oplossing gevonden is. 199

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1975 | | pagina 37