van getijberekeningen en hydraulisch model
onderzoek. De sedimentaanvoer uit zee
kan uit sediment-gehaltemetingen in de
huidige toestand worden geschat, wanneer
men aanneemt dat de sedimentconcentratie
in het water niet ingrijpend zal veranderen
tengevolge van de werken. Voor de slib-
transporten in het gebied zal dit vermoedelijk
wel een redelijke benadering zijn.
Wat betreft het zandtransport moet men
echter wel rekening houden met invloed van
de werken. Door toeneming van de stroom-
snelheden in de omgeving van de storm
vloedkering zal aan weerszijden van de
bodembescherming zand van de bodem
worden geërodeerd, dat bij vloed naar
binnen wordt getransporteerd en bij vermin
dering van de snelheden in het binnengebied
tot bezinking komt.
De grootte van het zandtransport in het
buiten- zowel als het binnengebied kan ge
schat worden met behulp van bekende
rekentechnieken, als functie van de optre
dende stroomsnelheden. Uit de getijbere
kening kan de stroomsnelheidsverdeling
bepaald worden, en hieruit vervolgens het
verloop van het zandtransport en de plaatsen
van erosie en sedimentatie.
Teneinde het aanbod van slib uit zee te
kunnen bepalen dienen de sedimentconcen
traties van het water onder verschillende
omstandigheden gemeten te worden. Tijdens
de natuurmetingen ten behoeve van het twee
dimensionale model RD-II is daar al een
begin mee gemaakt.
In drie punten in de as van het damtracé
werden watermonsters genomen, waaruit de
sedimentconcentraties bepaald zullen worden.
De omstandigheden waren toen echter erg
Meet- en registratieapparatuur
voor de golfgoot in het Water
loopkundig Laboratorium te
De Voorst
rustig. Uit sedimentconcentratiemetingen op
zee is gebleken, dat de sedimentgehalten
onder stormcondities zeer sterk kunnen toe
nemen, mede door opwerveling van de boderr
onder invloed van de golfbeweging. Om hier
meer inzicht in te verkrijgen zullen ook onder
ruwere weersomstandigheden sedimentge
halten gemeten worden, waarna getracht zal
worden correlaties te bepalen tussen stroom-,
golf- en windgegevens enerzijds en sediment
gehaltes anderzijds.
Teneinde na te gaan waar en onder welke
omstandigheden slib tot bezinking komt
dienen simultane sedimentgehaltemetingen
te worden uitgevoerd in een aantal raaien
in de Oosterschelde, waarbij tevens de hy
draulische factoren stroom, golf en wind
gemeten worden. Aan de opzet van deze
metingen wordt thans gewerkt.
212