4. Jaarschommeling van
nitraat-gehalte in het Veerse
ir en het Grevelingenmeer
5. Verloop van het gemid-
de gehalte aan totaal-fosfaat
et Hollands Diep/Haringvliet
op het Zeeuwse Meer
mg/P - totaal/liter
nauwe samenhang die er bestaat tussen
waterhuishouding en de waterkwaliteit van
bekkens. Een beheersplan zal er in moeten
gen, de beide componenten te laten
menwerken.
n ander probleem is het zoutgehalte.
or een goede drinkwaterbereiding is een
utgehalte gewenst van minder dan 200 mg
!oride per liter. Flora en fauna eisen water
n ongeveer hetzelfde chloridegehalte,
zoutlast op zoute bekkens kan afkomstig
n van uitgeslagen brak polderwater, van
ute kwel uit de ondergrond en van zout
ater dat via scheepvaartsluizen het bekken
nnenkomt. Om de zoutbelasting te bestrij
en staan twee wegen open: men kan het
akke polderwater afleiden naar elders,
voorbeeld naar zee; of men kan het belaste
ekken doorspoelen met zoet water, als er
tenminste voldoende water beschikbaar is.
De zuurstothuishouding is een volgend pro
bleemveld in een zoet bekken. Als het zuur
stofgehalte te laag wordt zullen waterorganis
men als bodemdieren en vissen sterven.
Een toestand van zuurstofloosheid versterkt
bovendien de hiervoor beschreven omzettings
processen van bodemfosfaten, waardoor extra
fosfaatbelasting ontstaat. Zuurstoftoevoer
vanuit de lucht wordt bevorderd naarmate
grotere volumes water met de lucht in contact
komen. Bij de fotosynthese produceren ook
de algen zuurstof. Zuurstof wordt daaren
tegen verbruikt voor de levensprocessen van
de organismen in het water; - ook de algen
verbruiken tijdens de nacht, als de foto
synthese stilstaat, zuurstof - en bij omzet
tingsprocessen van dode organische stof.
Naarmate er meer organismen in het water
241