9r. Bovendien ontwikkelt het milieu in de velingen zich steeds verder naar een oiele soortenrijke eindfase. In het Veerse rr worden deze ontwikkelingen door de af oe grote zoetwaterbelastingen soms weer ggezet. Overigens doet dit geen afbreuk r de bruikbaarheid van het meer als 1 jepvaartweg en als recreatiegebied. ontwikkelingen van het terrestrisch milieu - in beide meren interessant. Het Veerse r is 10 jaar ouder; de ontwikkelingen zijn an ook verder voortgeschreden en ze men model staan voor wat er in de Greve- gan verwacht mag worden. Bij de inrich- g van het Veerse Meer is destijds vooral i nadruk gelegd op de recreatieve ontwik- g. Vrijwel alle vroegere platen zijn als :i ratiegebied ingericht, evenals een groot e van de oeverstroken. In die gebieden is van ongestoorde natuurlijke ontwikkelingen nauwelijks meer sprake. In de Grevelingen daarentegen is de inrichting nog in een voor bereidend stadium. Er zijn alleen een aantal conserveringsmaatregelen genomen, om al te grote afstuiving en afslag te voorkomen. De meeste platen en oevers doorlopen nog een min of meer natuurlijke ontwikkeling. De be studering van deze processen is in de Greve lingen al direct na de afsluiting veel inten siever geweest dan in het Veerse Meer het geval was. In 1973 en 1974 is over deze studie reeds enige malen gerapporteerd (Bericht 66, 68, 69, 70). Na het wegvallen van het getij kwam een deel van de vroegere platen en oeverlanden per manent droog te liggen. Langs de waterlijn ligt een zone die incidenteel, bijvoorbeeld bij windopzet, overspoeld wordt, maar overigens 277

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1976 | | pagina 55