df n van verdediging, zoals het kunstmatig at nvoeren van zand op het strand en op de vcoroever - dat noemen we zandsuppletie - of het bevorderen van sedimentatie van zand m 't behulp van paalrijen. De Technische Ai viescommissie voor de Waterkeringen heeft er n voorlopige richtlijn opgesteld voor duin- kt sten in gebieden zonder zeegaten of andere verstoringen; de voorlopige richtlijn kan ook n g niet toegepast worden in gebieden waar e n sterk gekromde kustlijn voorkomt. Z Ike gebieden, die we aantreffen in de W adden en ook in het Deltagebied, ki nnen aan zwaardere duinafslag blootstaan, zc fat vooral aan de koppen van de eilanden at n de duinen gewoonlijk wat zwaardere eisen w rden gesteld. Figuur 1 geeft een voorbeeld va een kustprofiel; tevens zien we daar hoe dt duinen zullen afslaan bij een storm en Fii 1. Schematische voorstel- lin van duinafslag Fii 2. Kustontwikkeling tussen Dt Helder en Hoek van Holland (n, ar Edelman) HUISDUINEN HONDSBOSSCHE - EN PETTEMER ZEEWERING 'JMUIDEN KATW'JK SCHEVENINGEN TER HE'JDE NIEUWE WATERWEG SO 120 80 40 O 40 80 120 160 200 1 NWAS IN m PER EEUW EROSIE IN m PER EEUW waar het zand dat van de duinen afslaat tijdens de storm terecht komt. Onder invloed van de golven wordt dit zand later weer naar boven verplaatst en door de wind tegen het duin geblazen, zodat het duin zich na verloop van tijd geheel herstelt. Dit geldt uiteraard alleen voor kusten die in evenwicht zijn of vooruitgaan. We kunnen uit deze figuur afleiden dat de enigszins gehavende indruk welke onze duinen maken na een hoge stormvloed op zichzelf niet zo verontrustend is. De duinen aan de zeezijde vertonen na een storm een zeer steil profiel dat op zichzelf niet in evenwicht is. Gewoonlijk zakt hier na de storm nog wat zand naar beneden, of het duin wordt door de beheerder verder bijgewerkt. Rekening houdend met het proces van duin afslag tijdens stormen en bovendien met de voortdurende variaties in het profiel als gevolg van de wisselingen in golf- en water standscondities op zee, is het toch mogelijk om vast te stellen, welke kustgedeelten op langere termijn aanzanden, in evenwicht zijn of onderhevig zijn aan erosie. Vooral bij deze laatste kustgedeelten kunnen bijzondere voorzorgsmaatregelen noodzakelijk zijn. Het is mede hierom dat al sinds het eind van de vorige eeuw regelmatig kusthoogtemetin- gen en lodingen worden uitgevoerd langs de Nederlandse Noordzeekust. Een van de resultaten van de kustmstingen is weergegeven in figuur 2, ontleend aan een publikatie van Edelman. Voor het samen stellen van de figuur is gebruik gemaakt van metingen die betrekking hadden op de ligging van de duinvoet, dat is het punt waar het strand overgaat in het duin. Zeewaartse ver- 333

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1976 | | pagina 39