ft gedaan in Bericht 71 (februari 1975). Op het eiland Goeree ligt een erosiegebied in de omgeving van de vuurtoren aan de Kop van Goeree. De snelheid van achteruitgang van de kust bedraagt hier sinds het eind van de vorige eeuw gemiddeld ongeveer 7 meter per jaar. Enkele jaren voor de afsluiting van het Haringvliet werd een grotere achteruit gang geconstateerd, gemiddeld ongeveer 20 meter per jaar. De oorzaak daarvan is nog niet geheel duidelijk. De totale hoeveelheid zand die als gevolg van deze kusterosie ver plaatst wordt, moet geraamd worden op 200 000 a 400 000 m3 per jaar. Het grootste deel van de kust van Goeree, vanaf de Haringvlietsluizen tot aan de vuurtoren en het gebied van de Springertduinen nabij de Brouwersdam, is echter in evenwicht of vertoont een geringe aangroei. In bericht 65 (augustus 1973) zijn meer gede tailleerde mededelingen gedaan over de bewegingen van de kust van Goeree sinds het eind van de 17e eeuw, en over de recente zandsuppleties die daar zijn uitgevoerd om de veiligheid van de kust te verzekeren. In Bericht 67 (februari 1974) volgden nadere mededelingen over de versterking van de zeereep ter plaatse, die gecombineerd werd met een nieuwe zandsuppletie. In dat Bericht werd vermeld dat van deze zandsuppletie, die uitgevoerd werd in de periode van oktober 1973 tot april 1974, verwacht werd dat ze voldoende zou zijn om de kusterosie tot minstens medio 1975 op te vangen. Het is gebleken dat aan deze verwachtingen inder daad is voldaan; thans wordt nagegaan wan neer een nieuwe suppletie noodzakelijk zal zijn. Verschillende plannen, voor wat betreft de omvang van de suppletie, worden onderling vergeleken. Van het eiland Schouwen is de noordkust evenals op Goeree ongeveer in evenwicht, hier en daar vertoont hij enige aanzanding. Aan de westkant van het eiland bevindt zich echter een erosiegebied. De maximale achteruitgang bedraagt daar ongeveer 5 meter per jaar. In de richting van de noorde lijke damaanzet voor de Oosterscheldewerken neemt hij geleidelijk af. Omdat de erosie op Schouwen plaatsgrijpt in een zeer breed duingebied is het tot nu toe niet noodzakelijf geweest om speciale voorzieningen te treffer ten behoeve van de hoogwaterkering. Wel zijn de laatste jaren op het strand paalschermen aangebracht om de zandbewegingen enigs zins te beperken. Het eiland Walcheren neemt in de erosie- problematiek een speciale plaats in. De kust achteruitgang is hier betrekkelijk gering: één tot hooguit enkele meters per jaar. Omdat de duingebieden op dit eiland echter veel minder omvangrijk zijn dan bijvoorbeeld op Schouwen en Goeree, was het al geruime tijd geleden noodzakelijk om verdedigings maatregelen te treffen. De Westkappelse zeewering kan in dit verband beschouwd worden als een klassiek waterbouwkundig bolwerk tegen de zee, waarbij met steen achtige materialen een verdediging tot op enige diepte onder water is aangebracht, met boven water een bescherming waarbij asfalt is toegepast. Uit dit globale overzicht van de kusterosie in het Deltagebied kunnen we afleiden dat de kustprocessen zich over een zo lange reeks van jaren afspelen en zo geleidelijk verlopen dat er in het algemeen ruimschoots tijd is om voorzieningen te treffen wanneer dat nodig 336

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1976 | | pagina 42