seren. Voor een deel betreft het immers brede
duingebieden waar enige erosie weinig kwaad
kan, terwijl we bovendien moeten bedenken
dat de erosie van het ene kustgedeelte aan-
zanding op een aangrenzend kustgebied kan
veroorzaken. De hier gegeven globale schat
ting kan echter wel dienen om als het ware
een bovengrens aan te geven van het pro
bleem van de Nederlandse kusterosie.
Wanneer we na willen gaan welke invloed de
aanleg van een stormvloedkering in de mond
van de Oosterschelde heeft op de buitendelta
en op het aangrenzende kustgebied, dan
kunnen we daarbij gebruik maken van de
ervaringen die inmiddels zijn opgedaan met
de reeds uitgevoerde afsluitingen. De ingreep
die plaats zal vinden wanneer in de Ooster
schelde een stormvloedkering wordt gebouwd
is weliswaar een andere dan wanneer er een
Fig. 4. Maximale eb- en vloed-
stroom in het kustgebied voor
de monden der estuaria
A-B eb en vloed open
C-D eb en vloed gesloten;
berekening volgens model RD
338