Landschappelijke afwerking
van de duinverdediging
bij Westerschouwen
De aanleg van nieuwe civieltechnische
werken, vooral indien zij van grote omvang
zijn, betekent in vele gevallen een belang
rijke ingreep in het bestaande landschap.
Het is dan ook zaak, bij het ontwerpen en
de tenuitvoerlegging van deze werken de
uiterste zorg te besteden aan de inpassing
ervan in het landschap, zowel door de wijze
van vormgeving als door de afwerking.
Dit geldt ook voor het uitvoeren van
werken in of nabij onze duinen, die
ongeveer 10°/o van het Europese duin
landschap uitmaken en nog een van de
weinige min of meer natuurlijke landschaps
typen in ons land vormen. Juist door hun
natuurlijkheid, voortkomende uit het wisselend
spel van lucht, water en bodem, vertegen
woordigen zij zowel in natuurwetenschappelijk
als in landschappelijk en recreatief opzicht
belangrijke waarden.
Zoals in Bericht 73 (augustus 1975) werd
gemeld, was het om meer dan één reden
noodzakelijk om als onderdeel van de
Oosterscheldewerken aan de zuidwestkant
van Schouwen, daar waar de waterkering
van dijk in duin overgaat, een damaanzet,
een haven en een hoogwaterkering te
bouwen. In samenhang daarmee werd ook
het duin aan de zeezijde over een lengte van
500 m van een verdediging voorzien. Deze
duinverdediging, die op strandhoogte bestaat
uit een asfaltslab en een strook van met
zandasfalt gepenetreerde stortsteen en
daarboven tot N.A.P. 11 m uit een 20 cm
dikke laag asfaltbeton, werd aangebracht
nadat ter plaatse de nodige ontgravingen
van en zandaanvullingen met duinzand
hadden plaatsgevonden.
Om met deze zwarte en imposante bitumi
neuze werken het natuurlijke landschap niet
te verstoren en de strandrecreatie geen
blijvende schade te berokkenen is besloten
de duinverdediging met zand in te pakken
en aldus een kunstmatig duin te vormen.
Men kan, en dat is elders ook wel gedaan,
de duinverdediging met een laag zand van
min of meer gelijke dikte afdekken, de
oppervlakte van het zand met behulp van
bulldozers wat reliëf geven en het zand door
middel van inplant met helm voor verstuiving
vrijwaren. Het resultaat is echter doorgaans
een wat statische vorm van inrichting en een
landschap dat zichtbaar afwijkt van het van
nature ontstane duinreliëf.
Vandaar dat bij de Damaanzet op Schouwen
een poging is gedaan om na te gaan of aan
de kunstmatige duinen een wat meer
natuurlijk reliëf kan worden gegeven. Dit
374