76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 Oosterscheldedam PRIMAIRE DAM J Doorlaatsluis Noordland Philipsdam Schutsluis COMPARTIMENTERING J Wemeldmgedam Schutsluis KANAAL DOOR ZUID- J Nieuwemond Wemeldinge en Postbrug BEVELAND Totale verbetering WERKEN T.B.V. WATER- Doorlaatsluis Brouwersdam HUISHOUDING Doorlaatwerk Grevelingendam Gemaal Veere AANPASSINGSWERKEN MOSSELVERWATERPLAATS ichelde naar de Westerschelde een voldoende loog zoutgehalte krijgen. Ook hiervoor is een jemaal bij Veere nodig. Bij alternatief A3 blijft de Oosterscheldemond ipen. De reeds uitgevoerde werken, te weten te drie werkeilanden in het damvak Geul net daarachter de bouwdokken voor even- uele caissons, hebben al 15% van het jorspronkelijke profiel afgesloten. Het is vellicht nodig deze werken in verband met leulverplaatsingen terwille van de veiligheid veer op te ruimen. Vooralsnog is dat althans angenomen. Voor de dijkverzwaring is bij \3 uitgegaan van de nota van de Provinciale Vaterstaat van Zeeland ten behoeve van de 'lommissie Oosterschelde. Als uitgangspunt vordt een overschrijdingsfrequentie van /4000 maal per jaar gehanteerd. In het jebied oostelijk van de compartimenterings jammen wordt partiële dijkverhoging iitgevoerd, omdat de compartimenterings lammen pas omstreeks 1985 gereedkomen. Dok als de Oosterschelde open blijft is, ïvenals bij C3, compartimentering nood- akelijk; de Schelde-Rijnverbinding moet ook ■an van het getij worden afgeschermd; ook ie belangen van de waterhuishouding maken ^et noodzakelijk. Aanleg van de Philipsdam ;n de Oesterdam brengt bovendien de totale engte te verbeteren dijken van 240 km terug ot 145 km. De keuze van de compartimen- ering is bij A3 gebaseerd op dezelfde ■verwegingen als bij C3. Bij A3 zal het anaal door Zuid-Beveland om veiligheids- edenen niet zonder meer in open verbinding iet de open Oosterschelde gebracht kunnen orden. In de nieuwe kanaalmonding bij 'emeldinge zou een beweegbare stormvloed- ering moeten worden gebouwd, met daar naast een schutsluis voor de hoge vaart. Bij A3 zullen de compartimenteringsdammen en de sluizen tevens als primaire waterkering moeten worden ontworpen. De relatieve veiligheid De werken in de Oosterscheldemond hebben als belangrijkste doel aan een groot deel van Zeeland de in de Deltawet in het vooruit zicht gestelde veiligheid te bezorgen. Echter, veiligheid is een betrekkelijk begrip, afhan kelijk van de persoonlijke betrokkenheid die men voelt bij een eventuele ramp, en van het economisch belang van het bedreigde gebied. Belangrijke risico's van overstro mingsrampen zijn onder meer het verlies aan mensenlevens, het verlies van huis en haard en andere materiële schade. Daarnaast moet verlies van vertrouwen en van een gevoel van veiligheid als een belangrijk welzijnstekort worden aangemerkt. Zo doorredenerend vindt men alleen 'absolute veiligheid' maar bevredigend. Echter, om er mee te kunnen werken is een bepaalde normstelling voor de mate van beveiliging noodzakelijk. De Deltacommissie ontwikkelde zo'n norm stelling langs theoretische weg. Een nog niet voorgekomen waterstand te Hoek van Holland werd als basispeil gehanteerd: N.A.P. 5 m. Waterstanden hoger dan dit basispeil hebben een kans van voorkomen van 1/10 000 maal per jaar. Voor het Deltagebied is het ont- werppeil 30 cm lager; dit peil heeft een kans op overschrijding van 1/4000 per jaar. Deze overschrijdingskansen worden aange duid als 'de Deltanorm'. Echter, behalve van de hoogte van de waterkeringen is de 421

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1976 | | pagina 15