76 77 78 79 80 81 82 83 84 COMPARTIMENTERING PRIMAIRE DAM Opruimen werken O S.mond Philipsdam Schutsluizen Oesterdam Schutsluis Omkading mark.v. Bergen op Zoom Lozingsmiddel Zoommeer KANAAL DOOR ZUID-BEVELAND VERSTERKING DIJKEN Dijkverbeteringen f Doorlaatsluis Brouwersdam WERKEN T.B.V. WATER- J HUISHOUDING 1 Ooorlaatwerken Grevelingendam [_Gemaal Veere AANPASSINGSWERKEN 1 jptimale beveiliging' genoemd. Gesteld kan •orden dat de Deltawet die optimale l eveiliging beoogt. Overstromingen worden h ons land immers als zeer rampzalig 1 eoordeeld. We hebben al aangestipt dat de beveiliging an een gebied niet uitsluitend door de 1 oogte van de hoofdwaterkering bepaald ordt, maar dat er gesproken kan worden ran een systeem van beveiliging, bestaande i it een groot aantal elementen. Deze elemen ts zullen we nu achtereenvolgens t espreken. i e hoogte van de hoofdwaterkering wordt ontworpen op het op ervaring l erustend 2%-criterium, een ontwerp-eis die r oorschrijft dat 2% van de maatgevende olven over de dijk mag slaan. Toch kan de ne dijk meer overslag verdragen dan de ndere en het is erg moeilijk te definiëren at nu precies de 'maatgevende golf' is. en volgende moeilijkheid is, dat men steeds loet praten over situaties die nog nooit oorgekomen zijn. Daarom kan er geen bsolute waarde aan de door een dijk gebo- en bescherming toegekend worden. De waliteit van een waterkering hangt af van zijn orm en omvang, de hoogte, de breedte en e helling van de taluds, de breedte van de I ermen, de bekleding, de grasmat, het i ateriaal van de dijk en de aan- of afwezig- I eid van vreemde elementen zoals gebouwen en keermuurtjes en van de fundering. nnauwkeurigheden in de aannamen en het f ogelijk voorkomen van zwakke plekken in ce kering leiden tot een bepaalde onzeker- I eid over de standzekerheid. In elk geval c eldt dat de risico's bij een korte waterkering r inder groot zijn dan bij een lange. Er wordt in ons land dan ook sinds lange tijd gestreefd naar verkorting van de te verdedigen kust lijn. Een dijk wordt het zwaarst aangevallen als de golven recht op de dijk lopen. De kans dat dit voorkomt wordt groter bij een bochtig tracé. Ook een tracé met vele scherpe hoeken is ongunstig: het water wordt vooral in inspringende hoeken extra hoog opge stuwd. De tweede waterkeringen kunnen zoals we reeds gezien hadden de beveiliging van een gebied aanmerkelijk vergroten. De belangrijkste eis aan deze keringen is dat ze op zekere afstand van de hoofdwaterkering liggen, zodat er na een eventuele dijkbreuk enige tijd verloopt voordat het gebied onder water staat. Er wordt naar gestreefd dat de tweede waterkering het grenspeil kan keren, dat is dus een waterstand met een kans op overschrijding van V2 maal per jaar. De mogelijkheid om de waterkeringen later nog te verhogen kan als een ander element van het systeem beschouwd worden. Latere verhogingen zullen noodzakelijk zijn door slijtage, klink van het dijklichaam, zetting van de ondergrond en de relatieve zeespiegel rijzing. Ook zijn toekomstige aanpassingen van de ontwerppeilen denkbaar. Een dijk die in de toekomst gemakkelijk verhoogd kan worden biedt dan ook op langere termijn een extra veiligheid. Het laatste element van het door ons beschouwde systeem is het ver schijnsel van dijk- en oevervallen. Van de plaatvallen, oevervallen en dijkvallen zijn dijkvallen het gevaarlijkst. Vooral in het stormseizoen zijn ze bijzonder onaangenaam. Als de beschadigde dijk nog niet hersteld is bij het optreden van een stormvloed kan dijkbreuk het gevolg zijn. De kans op een 423

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1976 | | pagina 17