D4 C3 A3 dergelijke calamiteit is door de Provinciale Waterstaat van Zeeland berekend op 1/60 per jaar, hetgeen belangrijk hoger is dan de kans op voorkomen van de stormvloed van 1953. We zullen nu de alternatieven vergelijken op de mate van beveiliging die ze bieden, de kwaliteit van de hoofdwaterkering, de lengte en het tracé van de hoofdwaterkering, eventuele latere verhogingen en dijkvallen. Bij D4 voldoet de mate van beveiliging geheel aan de Deltawet. Immers de huidige hoofd waterkeringen worden tweede waterkeringen en het grote meer tussen beide keringen vormt een buffer. De kwaliteit van de Delta- dammen mag zonder meer hoog worden genoemd. De lengte van de huidige kustlijn wordt verkort van 245 km tot 9 km, en toe komstige verhogingen van de Deltadammen kunnen zonder grote ingrepen geschieden. Fig. 5. Het stelsel van primaire en secundaire waterkeringen dat elk der alternatieven biedt, in het gebied vóór (links) en achter de compartimenterings- dammen SECUNDAIRE DAM NOORDZEI DIJkEN NIET VERHOOGDE DIJKEN POLDER SECUNDAIRE DIJKEN PARTIEEL VERHOOGDE DIJKEN STORMVLOEDKERING NOORDZEE POLDER SECUNDAIRE DIJKEN GEHEEL VERHOOGDE DIJKEN OOSTERSCHELDEBEKKEN NOORDZEE POLDER 424

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1976 | | pagina 18