ig. 6. Voedselketens in de open Bij de bepaling van die gevolgen is wel
Dosterschelde aangenomen dat alle noodzakelijke maat
regelen zullen worden genomen om in de
bekkens een zo stabiel mogelijk milieu te
krijgen. Er is gekeken naar de levensgemeen
schap in het water, het intergetijdegebied, de
binnendijkse natuurgebieden, het Deltagebied
als geheel, het Zoommeer, de voordelta en de
Westerschelde. Bij de analyse van de
veranderingen is gebruik gemaakt van een
ecologisch model. Zo'n model geeft aan hoe
het voedsel binnen de levensgemeenschap
circuleert. In het ecologisch model wordt de
gehele voedseloverdracht van het ene orga
nisme aan het andere nagebootst. Het model
is nieuw en bovendien zijn niet alle benodigde
gegevens aanwezig. Wel werd het model
getoetst op gegevens van de Grevelingen,
en daarbij kwamen de modelresultaten redelijk
2 dode organische stof en bacteriën
4 mossel, oester
5 kokkel
6 selektieve sedimenteters-nonnetje
7 garnaal
8 zeester
9 sedimenteters- zeepier
10 alleseters-zeeduizendpoot
11 wadslakje, alikruik
12 pi anktonetende vissen
13 bodemdierenetende vissen-schol
14 visetonde vissen-kabeljauw
15 plantenetendevissen-harder
16 visetende vogels-fuut
17 plantenetende vogels-rotgans
18 bodemdierenetende vogels - scholekster
427