geen invloed zou hebben op de afzet. Indien
we echter aannemen dat de uitbreiding van
de mosselkweek in de Waddenzee niet
mogelijk is en dat de mosselproduktie mede
tengevolge van de door de stormvloedkering
verminderde stroomsnelheden met 15% zal
afnemen en dat de oesterproduktie met 10%
zou teruglopen als gevolg van de verslech
tering van de milieuvoorwaarden, dan wordt
het geschatte gekapitaliseerde nationaal-
economisch verlies van f 10 miljoen tot
f 135 miljoen vergroot en loopt het jaarlijkse
verlies aan werkgelegenheid van 7 manjaren
op tot 119. Veronderstellen we dat de oester-
afzet in de komende 15 jaren nog zou kunnen
worden verdubbeld en dat een kunstmatige
mosselverwaterplaats niet kan worden
gebouwd, dan loopt het gekapitaliseerde
nationaal-economisch verlies bij D4 op tot
f986 miljoen en de gederfde werkgelegenheid
tot 860 manjaren, aangenomen dat er geen
belangrijke technische vernieuwingen worden
geïntroduceerd in de kweek.
De belangen van de recreatie worden het best
gediend door afsluiting van de Oosterschelde
Er komt dan meer strand beschikbaar en
meer ligplaatsen voor de recreatievaart. Bij
de nulvariant zijn de mogelijkheden in deze
richting bewust beperkt door een niet-
investeringsbeleid, maar natuurlijk zullen er
in feite altijd enige voorzieningen nodig zijn,
al was het maar om de recreatiedruk af te
leiden van de gebieden waarin uit milieu
oogpunt stilte gewenst is. Wijzigen we het
scenario zo dat de potenties van het
Oosterscheldebekken als recreatiegebied
worden benut, dan kan de toegankelijkheid
van het gebied met een investering van rond
f 100 miljoen voornamelijk voor de verdub
beling van de toeleidende wegen, zo sterk
worden verbeterd, dat de recreatieve moge
lijkheden worden verveelvoudigd, zonder dat
dit gezien de beschikbare ruimte voor het
natuurlijk milieu repercussies behoeft te
hebben.
Geconcludeerd kan worden dat de gevoelig
heidsanalyse geen aanleiding geeft de in de
aanvang gekozen uitgangspunten te wijzigen.
440