1® PERIODE
BEGIN DECEMBER 1974
2® PERIODE
BEGIN MAART 1975
3® PERIODE
BEGIN JUNI 1975
4e PERIODE
MEDIO SEPTEMBER 1975
5® PERIODE
MEDIO DECEMBER 197S
ioedkering moest technisch realiseerbaar
jn, in 1985 klaar, en niet duurder dan een
astgesteld bedrag.
la uitvoerige behandeling van het voorstel
eurde de Tweede Kamer de regeringsbe-
iissing op 20 november 1974 goed.
Dnder de werken die in 1985 klaar moesten
ijn, verstond de Regering ook de werken ter
ompartimentering van het bekken. Wat het
iudget betreft werd nog de volgende preci-
ering gegeven: het op 1750 miljoen geraamde
erschil in kosten tussen de volledige afslui-
mg van de Oosterschelde en de afsluiting
oor middel van een stormvloedkering, beide
iclusief de daarbij behorende compartimen-
isringen, mocht met ten hoogste 20% worden
verschreden. Het gehanteerde prijspeil was
at van aanvang 1974.
an de Rijkswaterstaat werd opgedragen de
odige onderzoekingen uit te voeren en
innen anderhalf jaar verslag uit te brengen
mtrent de realiseerbaarheid, de kosten en
e benodigde bouwtijd van het bedoelde werk.
odra de studieopdracht was verstrekt heeft
ie Rijkswaterstaat, lettend op de korte be-
chikbare tijd, een mobilisatie ondernomen
an deskundigen die een bijdrage konden
everen aan het onderzoek. Niet alleen
leskundigen van de Rijkswaterstaat zelf zijn
)ij de studies betrokken, maar ook technici
it het bedrijfsleven en van gespecialiseerde
esearchlaboratoria, zowel in als buiten
Jederland. Voor de uitvoering werd de studie
indergebracht in een projectorganisatie, met
lan de basis een groot aantal werkgroepen,
lie werden gecoördineerd door een project-
jroep, bijgestaan door een aantal stafgroepen.
De supervisie berustte bij een stuurgroep.
Voor het oplossen van gedurende de studie
gerezen specifieke problemen werden ver
schillende werkgroepen ad hoe ingesteld.
Naarmate de studie vorderde werd de
organisatie waar nodig aangepast. Voor de
uitvoering van de studie is er van uitgegaan,
dat het project in etappes tot ontwikkeling
moest worden gebracht. Daartoe is de voor
de studie beschikbare tijd opgedeeld in vijf
ongeveer gelijke perioden, met voor elke
periode nader omschreven doelstellingen.
Elke studieperiode werd afgesloten met een
analyse en een evaluatie van de studie
resultaten. Aan de hand daarvan werden
zonodig aangepaste richtlijnen opgesteld
voor het verdere verloop van de onderzoe
kingen.
Bij de aanvang van de studie ging men er van
uit dat de stormvloedkering het beste zou
kunnen bestaan uit een aaneensluitende
reeks doorlaatcaissons gefundeerd 'op staal',
dat wil zeggen rechtstreeks geplaatst op een
drempel van stortsteen.
Voor het geval een funderingswijze op staal
op ernstige problemen zou stuiten werd reeds
vanaf de aanvang van de studie een aantal
alternatieven overwogen, met name fundering
van de doorlaatcaissons op palen. In een
later stadium van de studie evolueerde dit
alternatief tot een nieuw ontwerp: pijlers
gefundeerd op putten.
Het krappe tijdschema bracht mee dat vele
facetten van het onderzoek, die in een
normaal geval na elkaar zouden zijn behan
deld, gelijktijdig ter hand moesten worden
genomen.
Naarmate de ontwerpen evolueerden moesten
bepaalde onderzoekingen daarom voortijdig
worden omgebogen of zelfs geheel verlaten.
443