kering op eenvoudige wijze kan worden
uitgerust met een dubbel stel sponningen.
Als de inzichten zich op een later tijdstip
zouden wijzigen, kan alsnog een tweede stel
schuiven aangebracht worden.
De stormvloedkering levert het gewenste
minimum getijverschil van gemiddeld 2,3 m
te Yerseke bij een doorstroomoppervlakte
van 11 500 m2. In plaats van dit doorstroom
profiel waarbij het verticale getijverschil 65%
van het huidige bedraagt, kan in het zelfde
tijdsbestek ook een doorstroomprofiel van
20 000 m2 worden gerealiseerd, waardoor het
getijverschil wordt opgevoerd tot 90% van het
huidige. Een stormvloedkering met een
effectief doorstroomprofiel van 20 000 m2 met
enkele schuiven is f 0,26 miljard duurder en
met dubbele schuiven f 0,38 miljard.
Eventueel kan een in eerste instantie gereali
seerd profiel van 11 500 m2 in een later
stadium worden vergroot tot 20 000 m2.
Daarmee zijn dan wel hogere aanpassings-
kosten gemoeid dan f 0,26 miljard, respectie
velijk f 0,38 miljard.
De stormvloedkering volgens het beginsel
pijlers op putten'
De stormvloedkering volgens het aangeboden
en door de Regering ook voor uitvoering
gekozen ontwerp, wordt gebouwd in de drie
stroomgeuien in de monding van de Ooster-
schelde, te weten de Roompot, de Schaar van
Roggenplaat en de Hammen.
Globaal genomen bestaat deze driedelige
stormvloedkering uit pijlers op putten, waar
tussen drempels, schotbalken en schuiven
zijn aangebracht. De bodem aan weerszijden
van het kunstwerk wordt door bezinkingen
tegen erosie beschermd. Op de pijlers bevindt
zich een wegconstructie, die is samengesteld
uit holle betonnen elementen. De pijlers op
putten moeten de schuiven dragen die de
kering afsluitbaar maken. Is de kering ge
sloten dan dienen ze om de verval- en golf-
krachten die er op worden uitgeoefend naar
de draagkrachtige bodemlagen van de
Oosterschelde af te leiden.
De drempels en de schotbalken moeten de
drie hoofdgeulen zodanig vernauwen dat het
getijverschil te Yerseke van 3,5 m tot 2,3 m
wordt gereduceerd. Deze vernauwing ge
schiedt in hoofdzaak in verticale zin volgens
het in vorige Berichten beschreven 'brieven-
bus'-principe. Eerst echter moeten de sluit
gaten door inbaggeringen worden verruimd
om uiteindelijk tussen de gaten een debiet-
verdeling te verkrijgen die ongeveer evenredig
is met de huidige. Het baggerwerk is
trouwens ook nodig om in en nabij dit per
manent functionerende kunstwerk optimale
stromingstoestanden te bewerkstelligen.
Gebaggerd dient er ook te worden om de
hoogte van de te plaatsen putten te beperken
en om de drempels een voldoende con
structiehoogte te kunnen geven. Ook is er in
het werkgebied een waterdiepte vereist van
minstens N.A.P. - 15 m vanwege de diepgang
van het schip dat de putten en pijlers moet
transporteren en plaatsen. Voordat de inbag
geringen kunnen worden gemaakt moeten
ter piaatse aanwezige bodembeschermingen
worden opgeruimd.
Om het plaatsen van putten met pijlers in het
damtracé mogelijk te maken moeten de
bezinkingen en de kabelbaantorens worden
verwijderd, die ten behoeve van de algehele
afsluiting van de Oosterschelde waren
aangebracht. De overige in de sluitgaten
aanwezige bodembeschermingen moeten
zowel in zee- als in rivierwaartse richting
worden uitgebreid.
Nadat de pijlerdam met bovenbouw is
gereedgekomen moeten de aansluitende
grondwerken op Deltahoogte worden
gebracht.
De minister heeft mondeling toegezegd dat in
het huidige werkeiland Noordland een
schutsluis zal worden gebouwd, ten behoeve
van het werkverkeer tijdens de bouw.
De lengte van de stormvloedkering bedraagt
in de Roompot 1520 m, in de Schaar van
Roggenplaat 720 m en in de Hammen 960 m.
De totale lengte is dus 3200 m, waarin op
een onderlinge afstand van 40 m 83 pijlers
worden geplaatst. Het aantal doorstroom-
openingen is 80.
De puiten worden geprefabriceerd op werk-
steigers die in de werkhaven Schelphoek aan
de zuidkust van Schouwen-Duiveland zullen
worden gebouwd. Een gereedgekomen put
wordt door de hijsinstallatie van een hoef
ijzervormig schip dat om de werksteigers
past, van de steiger getild en tijdelijk neer
gezet op een parkeerplaats onder water in
de nabijheid van de steigers.
Door dit zogenaamde Catamaran-schip wordt
dan op de put, die een dwarsdoorsnede heeft
van 16 x 46 m en een maximum hoogte van
26 m, een stalen bouwkuip geplaatst. Na
montage van de kuip aan de put wordt de
put met kuip en al door de Catamaran naar
het sluitgat gebracht en daar op de vereiste
plaats afgezonken. De put wordt dan op
diepte gebracht doordat men er met behulp
van een cutterinstallatie de grond uit ver
wijdert. Is de put op diepte, dan reikt de
bovenkant van de bouwkuip tot N.A.P. 5 m.
448