waardeoordeel te verbinden aan de conse
quenties van een gekozen alternatief.
Dp een aantal punten is de maatstaf 'geld'
gehanteerd. Men dient zich wel te realiseren
dat de bedragen niet zonder meer vergelijk-
oaar zijn. De over tien jaar gekapitaliseerde
waarde van een bepaald effect heeft bijvoor
beeld een grotere onnauwkeurigheid dan de
geraamde bouwkosten van een kunstwerk. Dit
op grond van de onzekerheid met betrekking
tot de voor de toekomst te hanteren disconto
percentages, de verwachte economische groei
?n de werkgelegenheidssituatie. Geldbedragen
vergemakkelijken dikwijls de vergelijking in
één gebied, maar ze zijn niet altijd een goede
maatstaf voor de vergelijking tussen twee
gebieden.
Ne geven nu eerst een samenvatting van de
esultaten van de analyse met betrekking tot
te verschillende invloedsgebieden.
Iet begrip veiligheid is niet in alle opzichten
ixact te kwantificeren. Het is gekoppeld aan
ren persoonlijke belevingsnorm en daardoor
noeilijk meetbaar, hoewel men zich gewoon-
ijk veiliger voelt naarmate het risico dat men
oopt kleiner is.
afsluiting van de Oosterschelde geeft het
neist de gewenste bescherming met het
ninste risico in de overgangsperiode.
De stormvloedkering biedt weinig meer risico,
naar is vijf jaar later klaar. Het openhouden
an de Oosterschelde met integrale verho-
jing van de dijken komt aanzienlijk
verondersteld wordt zelfs veertien jaar -
ater gereed dan de afsluiting van de
Dosterschelde, en biedt in de overgangs
periode een vier maal zo grote overstro-
ningskans. Bij een meer optimistische
prognose betreffende het prioriteitenplan voor
ie uitvoering van de dijkverhogingen, kan
ieze factor evenwel tot 2 teruglopen.
De Oosterscheldedam maakt alle huidige
poofdwaterkeringen tot tweede waterkeringen
net een groot meer als buffer, zodat de
beveiliging optimaal is. De kwaliteit van de
Jam is zeer hoog en het gevaar van oever- en
Jijkvallen is bezworen. De stormvloedkering
can worden gebouwd met een kwaliteit
pvereenkomstig die van andere waterbouw-
undige werken. Ook hier kan van een
ptimale beveiliging worden gesproken,
oewel de huidige dijken wat meer zorg
ragen dan bij volledige sluiting,
en open Oosterschelde met verhoogde
:ijken volgens het plan van de Provincie
eeland staat bij de andere oplossingen ten
chter, ook wanneer in dat plan de nood-
akelijke correcties worden aangebracht in
verband met hogere ontwerppeilen. Ten eerste
omdat het gevaar voor oever- en dijkvallen
blijft bestaan. Ten tweede omdat verzwaarde
dijken kwalitatief minder zijn dan nieuw
aangelegde dammen; bovendien dient nog
een stelsel van tweede waterkeringen te
worden geformeerd. De gebieden die achter
de compartimenteringsdammen komen te
liggen worden wel optimaal beveiligd; voor
de rest van het bekken wordt echter aan de
bedoeling van de Deltawet niet voldaan.
Hoewel de kustlijn wordt verkort tot 145 km
blijft het dijktracé bochtig; latere verhogingen
zullen waarschijnlijk op dezelfde problemen
stuiten als de verhogingen volgens het plan
van de Provincie Zeeland.
Bij elk alternatief treden omvangrijke verande
ringen op in het milieu van de Oosterschelde
en van de aangrenzende gebieden.
De veranderingen zijn echter bij elk alternatief
verschillend. In deze nota zijn de verande
ringen ten opzichte van de huidige toestand
aangegeven, zonder dat daar een waarde
oordeel aan verbonden is over het milieu dat
bij elk der alternatieven ontstaat.
Blijft de Oosterschelde open, dan blijft ook
de huidige levensgemeenschap met zijn grote
rijkdom aan soorten organismen in het water,
op de oevers en in de voordelta behouden.
Door de dijkverhogingen zal het oppervlak
van de inlagen met de helft afnemen, en ook
andere binnen- en buitendijkse natuurgebie
den zullen verdwijnen. De dijkverhogingen
zullen het historisch gegroeide dijklandschap
aantasten.
Bouwt men een stormvloedkering, dan zal de
soortenrijkdom in het zoute getijwater gelijk
blijven aan die in de Oosterschelde nu. Door
verzoeting van de hoogste delen van de
schorren zal het aantal organismen op de
oevers toenemen. De voordelta wordt
nauwelijks beïnvloed.
Bij afsluiting van de Oosterschelde zal het
aantal soorten in het water sterk afnemen als
gevolg van het wegvallen van het getij. Op de
oeverlanden daarentegen zal zich, door ver
zoeting van de hogere delen en de blijvende
zoutinvloed op de lagere, een grotere
verscheidenheid aan planten- en diersoorten
ontwikkelen dan thans aanwezig is. De
inlagen en het dijklandschap blijven in hun
huidige vorm bewaard.
De voordelta zal vanwege de sedimentatie
meer organismen en meer soorten gaan her
bergen. Het omkaden van het Markiezaat van
Bergen op Zoom en het Verdronken Land van
Zuid-Beveland heeft een gunstig effect op de
waterkwaliteit en aantal soorten organismen.
Ongeacht welk alternatief gekozen wordt, de
413