1 Fig. 1. Situatie van de uit te voeren werken TE MAKEN ZANDSUPPLETIE WT GOEREE SCHOUWEN Grevelingenmeer dus in ieder geval zout zal blijven, een tijdelijk doorlaatwerk in de Grevelingendam aan te leggen met een beperkte capaciteit van 20 a 30 m3/sec. Daarnaast wordt onderzocht of misschien tijdelijk volstaan kan worden met aanvullende spuivoorzieningen bij de schutsluis te Bruinisse. In ieder geval zal de doorlaatsluis in de Brouwersdam onmiddellijk na de ingebruik neming in januari 1978 afwisselend als inlaat- en lozingsmiddel moeten functioneren. Dit is overigens mogelijk gemaakt door het ontwerp van de sluis, omdat de bodem beschermingen aan weerszijden zowel de functie van ontvangbed als van stortebed kunnen vervullen. De eerste maanden van het operationeel gebruik van de sluis zullen de uit het modelonderzoek afgeleide afvoerkarakteristie- ken voor inlaten en lozen aan de werkelijkheid worden getoetst. Op grond van die ijking kunnen dan bedieningsinstructies worden opgesteld. Het betonwerk van de twee sluiskokers van de doorlaatsluis, elk 195 m lang, en ook dat van de vissluis, was eind 1976 vrijwel voltooid. Aan de zeezijde van de sluis was een 121 m lang stortbed aangebracht van zware stort- steen. Het betonwerk van het schuiven- en bedieningsgebouw onder de kruin van de dijk is nog niet helemaal klaar, maar het moet in maart 1977 zover gevorderd zijn dat de schuiven in de kokers geplaatst kunnen worden. Zijn de hoofdschuiven in de sluiskokers ge plaatst, dan kan de bouwput onder water worden gezet. De bronbemaling, die nu 50 Fig. 2 Overzicht van de ligging van de sluis en van de toelei- dingsgeulen bronnen met een capaciteit van 50 m3/uur omvat, kan dan worden verwijderd. Daarna zal het grondwerk boven de sluiskokers weer aangevuld moeten worden. De bovenkant van de sluiskokers ligt op N.A.P. - 1 m, en de hoogte die men moet bereiken is N.A.P. 7 m, zijnde het niveau van de binnenberm van de Brouwersdam. De hoofdrijbaan en de parallelweg, die voor de duur van de sluisbouw zijn omgelegd over de oostelijke ringdijk van de bouwput, moeten weer worden teruggelegd over de binnenberm. Vervolgens zal de oostelijke ringdijk opge ruimd kunnen worden. Eerst worden de bekledingsconstructies verwijderd, en ver volgens baggert men het dijklichaam weg. Van de oostelijke ringdijk en van het stukje toeleidingsgeul dat dan weer gemaakt moet worden, komt 200 000 m3 zand vrij. Het grootste gedeelte van de toeleidingsgeul naar de sluis aan de Grevelingenzijde is reeds eerder gemaakt, en toen gebruikt als zand- wingebied voor de ringdijk van de bouwput. Als de ringdijk in het Grevelingenmeer is opgeruimd, moet hier bij wijze van stroom- geleiding aan elke kant nog 100 m dam- wandscherm geheid worden in het verlengde van de sluiswanden. Tussen deze damwand- schermen zal in den natte een stortebed worden aangebracht op N.A.P. - 11 m. Het zal bestaan uit een 50 cm dikke onderlaag van grind en een 1 m dikke laag zware stortsteen 10/300 kg. Voordat de ringdijk aan de zeezijde kan worden doorgegraven moet het profiel van de Brouwersdam weer helemaal hersteld zijn, met de kruin op N.A.P. 11 m en de buitenberm op N.A.P. 5 m. Voor het aanvullen van de sluis en het 510

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1977 | | pagina 36