van een sterk toenemend verkeer tussen het Grevelingenmeer en de overige Deltawateren. Uit een enquête die in 1976 onder de sluis- passanten werd gehouden, bleek dat slechts een beperkt aantal boten, 5 a 15%, de sluis passeerde om nog diezelfde dag weer terug te varen. De boten die het meer via de sluis binnenvoeren waren bijna allemaal bezig aan een weekend- of vakantietocht. Na een ver blijf van gemiddeld 3,5 dag verliet men het Grevelingenmeer weer. Ongeveer 80% van de watersporters die de sluis op de onder zoeksdagen in juli passeerden had een thuis haven buiten het Grevelingenbekken, waarvan een kwart in de Biesbos. Het watersport- gebeuren op het Grevelingenmeer wordt in de maand juli dus voor een belangrijk deel bepaald door het weekend- en vakantiebezoek uit aangrenzende watersportgebieden. Dit roept tijdelijk een sterk verhoogde vraag op naar overnachtingsmogelijkheden in jacht havens. Daar kan alleen aan worden voldaan als de jachthavens voldoende ligplaatsen voor passanten beschikbaar hebben. De watersporters die van elders een bezoek aan het Grevelingenmeer brengen, varen voornamelijk langs de zuidelijke oever van het Grevelingenmeer naar het gebied van de Centrale Platen en het Brouwershavense Gat. Voor overnachting wordt doorgaans gebruik gemaakt van de faciliteiten in de jachthavens. In juli 1976 werd gedurende enkele weken het aantal beschikbare ligplaatsen in jacht havens - ca. 1500 - overschreden, waardoor ook buiten de jachthavens overnacht moest worden, voornamelijk in werkhavens langs de Brouwersdam en - zij het in beperkte mate - langs de oevers van voorlanden en platen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1977 | | pagina 13