Waar de schepen de oever niet voldoende dicht kunnen naderen, wordt het grind in ondiep stekende zolderbakken geladen en vervolgens gelost op de plaats van verwer king en met behulp van een hydraulische kraan onder profiel gebracht. Met de lichte stortsteen wordt in hoofdzaak dezelfde werk wijze gevolgd. Een van de voordelen van deze werkwijze is dat op de landwaarts van de oeverlijn gelegen delen van de platen niet met voertuigen behoeft te worden gereden, zodat de natuurlijke ontwikkeling daar niet wordt verstoord. De grinddammen vormen de primaire verdediging. Ze houden de golven echter niet geheel tegen mede vanwege de openin gen ertussen. Ook is de vooroever soms zeer breed, tot wel 250 m toe, zodat in de zone achter de grinddam weer windgolven kunnen worden opgewekt. Op vele plaatsen bijvoor beeld langs de zuidzijde van de Hompelvoet is daarom nog een summiere aanvullende ver dediging nodig van de oeverlijn. Drijvende oeververdediging Wat men tot dusver heeft bereikt met voor- oeververdedigingen in de vorm van grind dammen, al of niet voorzien van een verzwa ring door middel van stortsteen, is zeer be vredigend. De toegepaste constructie vormt echter in de overgang van het ondiepe water van de vooroever naar het diepere water een discontinuïteit die uit natuurwetenschappelijk oogpunt bezien minder gewenst wordt geacht. In verband daarmee is de gedachte ontstaan om een onderzoek in te stellen naar de moge lijkheid om drijvende oeververdedigingen toe te passen. Een drijvende constructie biedt een aantal in het oog lopende voordelen. Drijvende oeverbeschermingen verhinderen niet dat de bodem onbelemmerd doorloopt en ze maken ook een betere uitwisseling mogelijk van water aan weerszijden van de constructie. Ze zijn ook voor grotere diepten geschikt en hoeven niet noodzakelijk een bepaalde dieptelijn te volgen, ze zijn ver plaatsbaar en kunnen goed worden toegepast in gebieden met getij of met peilvariaties. Daartegenover staan evenwel nadelen, zoals de kwetsbaarheid, de naar verwachting vrij hoge aanleg- en onderhoudskosten en de minder fraaie aanblik. In ieder geval leek een proefneming met deze soort constructies wel gerechtvaardigd. Aanvankelijk gingen de gedachten uit naar de toepassing van een constructie, opgebouwd uit oude autobanden. Met dergelijke constructies wordt in de Verenigde Staten veelvuldig geëxperimenteerd. Toch werd van de proef met een drijvende oeververdediging van oude autobanden afge zien, omdat met dergelijke constructies nog vrij weinig ervaring is opgedaan en ze ook wel erg lelijk zijn. Van de mogelijkheden die verder nog zijn bezien, zijn er uiteindelijk twee nader uitgewerkt (fig. 5). Allereerst een con structie bestaande uit 10 m lange, onderling gekoppelde glasfiberpijpen, voorzien van een mantel van poly-urethaanschuim; de door snede van de ingepakte buis bedraagt 70 cm. De buizen zijn geballast met water. Daarnaast is een constructie ontworpen die bestaat uit onderling gekoppelde schotten van 3,0 x 5,25 m. Men wil deze beide constructies nog voor de zomer van 1977 bij wijze van proef aan brengen aan de noordwest zijde van de Veermansplaat, aansluitend op de bestaande grinddammen. Beide trajecten krijgen een lengte van 200 m. Onderzocht wordt nog op welke wijze de onderlinge koppeling van bui zen en schotten moet worden gerealiseerd en op welke wijze de constructie moet worden verankerd. 538

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1977 | | pagina 20