blijven; ze werden uitgevoerd als zachte, flauw hellende oevers, zeer aantrekkelijk voor recreanten. Noordelijk van de twee eerstgenoemde eilan den ligt het eiland Zandkreekplaat. dat een oppervlakte heeft van 2,1 ha. Het is van de andere eilanden gescheiden door een smalle doorvaart voor de watersport. De Zandkreek plaat eindigt hier in een smalle dam. die aan de van de doorvaart afgekeerde zijde een ruime luwe ankerplaats vormt. De maaiveld hoogte van de eilanden bedraagt over het algemeen N.A.P. 0,80 m, maar ter bevor dering van de afwisseling in de natuurlijke ontwikkeling die moet gaan plaatsgrijpen, zijn sommige delen wat verlaagd, zodat ze niet hoger komen dan N.A.P. 0,45 m. Het benodigde zand is voor een deel ontleend aan de rond de eilanden verrichte uitbag geringen. Verder werd zand gebruikt dat be schikbaar kwam bij het opruimen van een noordwestelijk van de eilanden gelegen ondiepte. De uitbaggeringen sluiten aan op ook voor grotere boten bevaarbaar water, waardoor de optimale bruikbaarheid van de eilanden wordt gewaarborgd voor de water sport. Met uitzondering van de beschut liggende oevers langs de inhammen, zijn de eilanden tegen afslag verdedigd door middel van een bestorting van grof grind op een kunststof weefsel. De constructie van deze verdediging is aangepast aan de te verwachten golfaanval. De verdediging langs de zwaarst aangevallen oevers reikt tot N.A.P. 0,40 m en is op het niveau van N.A.P. voorzien van een 1,50 m brede tussenberm. Langs de minder zwaar aangevallen oevers reikt de verdediging tot 547

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1977 | | pagina 29