asfaltmatten werd dit bevestigd door een
proefbaggering in de Hammen ter hoogte van
de Plompe Toren.
De ontwikkeling van hulpmethoden werd
evenwel voortgezet, want er moest toch een
methode gevonden worden om de op te
ruimen stukken los te koppelen van de intact
te houden bodembescherming.
Voor de blokkenmatten en de zooistukken
bleek het snijanker uiteindelijk operationeel
goed te voldoen. Bij de steenasfaltmatten kon
deze methode echter niet zonder meer toe
gepast worden, vanwege de staalkabels. Het
opruimen van deze stukken werd pas goed
mogelijk toen het snijanker werd voorzien
van een knipmechanisme.
Daarnaast werd ook een zaagmethode ont
wikkeld en oriënterend beproefd. Bij nadere
uitwerking van beide methoden bleek de
knipmethode echter de voorkeur te verdienen
boven het zagen, met name vanwege de
leveringstijden en de kosten.
Het knipapparaat
Het knipapparaat heeft enigszins de vorm
van een anker, het wordt dan ook wel knip-
anker genoemd. Het is opgebouwd uit een
balk met driehoekige doorsnede, waarvan de
top omlaag wijst. Aan de voorzijde bevindt
zich een stok, waaraan een trekoog is be
vestigd. Aan de achterzijde zijn twee mes-
vormige platen aangebracht zodanig dat
zij aan de onder- en de bovenkant in de
steenasfaltmat snijden wanneer het apparaat
door de mat wordt voortgetrokken. Op de
plaats waar de mesvormige platen, die op de
snijranden van een hard, slijtvast materiaal
zijn voorzien, samenkomen bevindt zich het
eigenlijke knipmechanisme. De hefboom is
aan de bovenkant verbonden met een dubbel-
werkende hydraulische cilinder. Daarmee kan
een knipkracht van 30 ton worden geleverd.
Deze grote knipkracht is nodig voor het
doorknippen van de staaldraden, die zich op
onderlinge afstanden van 1 m in de steen
asfaltmatten bevinden.
Het knippen wordt vooralsnog met de hand
geregeld. Bij normale voortgang moet er elke
10 seconden een keer geknipt worden.
Het knipanker wordt in een tui zo opgehangen
dat het onder een hoek van 45 graden vrij
omlaag hangt. Bij het neerlaten komt eerst
de ankerstok op de bodem, waardoor het
knipanker stabiel rechtop staat. Vervolgens
raakt de scherpe punt van de onderzijde de
bodem. Wanneer het knipanker wordt voort
getrokken dringt deze punt vanzelf in de
bodem, zodat de oplopende scherpe mes
plaat het polypropeendoek doorsnijdt. De
Fig. 1. Situatie van de op te
ruimen bodembeschermingen
Fig. 2. Typen van bodembe
scherming in de Oosterschelde-
mond
TE VERWIJDEREN BODEMBESCHERMING
VERWIJDERDE BODEMBESCHERMING
HM'!? V
IV! hm 22
HM205QÏ^J
f#j HM 19
HMtófï
u
32