staaldraden kunnen via de mesplaten naar het mes en het aambeeld geleid worden. De stok van het knipanker zorgt ervoor dat ook de mesplaten een verticale stand behouden. Om het knipanker weer uit te breken geeft men de trekkabel 'loos', waarna het anker zonder veel moeite uit de mat kan worden gehesen. Hoewel de slijtage aan het mes en aambeeld groot is, is de standtijd van mes en aambeeld voldoende lang om achterelkaar ongeveer 83 m steenasfalt door te knippen. Het knipanker is aanvankelijk in den droge beproefd in Schelphoek. Nadat het zijn huidige vorm had gekregen is het vervolgens in de praktijk beproefd in de Hammen. De resul taten waren bemoedigend. Het knippen in een normale steenasfaltbezinking, afgedekt met maximaal 1 m zand, leverde geen problemen op. Werd er echter met het apparaat geknipt op plaatsen waar steenasfalt en staalkabels opeengehoopt lagen, zoals ter plaatse van de overlappen, dan ontstonden er problemen. Het knipanker moest met grote krachten, tot 35 ton, worden voortbewogen en dan brak het anker door de grote zijdelingse trekkrachten van de staalkabels vanzelf uit en kwam zelfs ondersteboven op de mat terecht. Daarbij ontstonden soms beschadigingen aan het knipanker. Bij één gelegenheid verdween de helft van het aambeeld en brak het mes over een bevestigingsgat. Gezien die ervaring moeten de dimensies van het knipanker wor den herzien. De registratie van de krachten tijdens het voortbewegen geeft echter de verzekering dat het doorknippen van de steenasfaltmatten buiten de overlappen geslaagd is. Er is ook een proef uitgevoerd om de reeds afgezonken steenasfaltmatten weer op te ruimen met de Jan Heymans. Er werd een proefmat afgezonken op een plaats die naar diepte, stroomsnelheden en 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1977 | | pagina 35