aanzanding ongeveer gelijk was aan die waar
de gezonken steenasfaltmatten liggen. Uit de
proef bleek dat het beslist noodzakelijk is om
de mat op te hijsen aan alle stalen langs-
draden. In de praktijk is dit echter ondoenlijk.
Daarmee was de uitslag van de proef negatief.
In augustus 1976 werd besloten een opruim-
proef te nemen met een baggermolen. Ge
bruikt werd een baggermolen met een nor
male emmerinhoud van 1100 liter, voor deze
gelegenheid echter voorzien van rotsemmers
met een inhoud van 400 liter. Op de voorkant
om de andere emmer werden twee stalen
tanden bevestigd. Na twee weken baggeren
werd besloten om ook op de andere emmers
zulke tanden te bevestigen, aangezien de
emmers zonder tanden geen filterdoek mee
naar boven brachten.
Dit bleek goed te voldoen en daarop werd
besloten de bodembescherming geheel door
baggeren te verwijderen.
De uitvoering
Op 15 september 1976 werd begonnen met het
baggeren van zooistukken in de Roompot
tussen hm 1.8-2.2. De stukken zijn daar 100 m
lang en aan weerszijden voorzien van be
tonnen randbalken. De molen baggerde van
de zeezijde af naar de Oosterschelde-zijde.
De op te baggeren zinkstukken waren tegen
de kant van 'Noordland' enkele meters ver
zand. Daarom moest al tien meter voor de
randbalken met de molen worden begonnen,
ten einde voldoende diepte te maken om met
de emmers van de molen onder de betonnen
randbalken te kunnen komen. De sneebreedte
van de molen was afhankelijk van de talud
helling gezien in de richting van de as; ze
varieerde van 40 tot 60 m.
Verschillende van de opgebaggerde rand
balken waren weinig beschadigd, met name
die stukken die recht op of in de emmers
naar de oppervlakte kwamen; er werden ook
veel gebroken randbalken opgebaggerd. Het
aantal opgebaggerde randbalken was kleiner
dan het aantal dat destijds werd afgezonken.
Het opbaggeren van de zooistukken - doek,
hout en fosforslakken - gaf geen problemen.
Wel moest regelmatig gestopt worden om
doek en rijshout van de emmerladder af te
halen en het zeskant van de emmerladder
schoon te maken. Tussen hm 19 en 20.50 zijn
2 vakken van 40 x 70 m uit de bezinking
gebaggerd met 20 m tussenruimte. Deze proef
is gedaan om te kijken of men eventueel niet
de hele asbezinking op zou kunnen ruimen
maar alleen daar waar putten zullen moeten
worden geplaatst. Bij het begin en het einde
Proef in den droge met het in
breken van het knipapparaat
Fig. 3. Overzicht van het knip
apparaat
SCHACHT
TREKOOG
34