stijgt. Het gemiddeld tonnage zal toenemen
van 720 ton in 1976, tot 811 ton in 1985 en
915 ton in 1995. Afhankelijk van de gemiddelde
bedieningstijd van de sluizen zal daarom
tussen 1990 en 1995 een derde duwsluis nodig
zijn.
Zout/zoet bestrijding
In bericht 78 (november 1976) is al verteld
dat voor de duwvaartsluizen in de Philipsdam
een zout/zoet-bestrijdingssysteem van het type
Kreekrak' het meest in aanmerking komt. Dit
systeem behelst in principe dat de zoute kolk-
inhoud bij gesloten deuren wordt uitgewisseld
voor een zoete, en eventueel omgekeerd. Met
dit systeem kan het beste worden voldaan
aan de randvoorwaarden met betrekking tot
de zoutbelasting op het Zoommeer en de
zoetwaterbelasting op de Oosterschelde.
Voor de Philipsdamsluizen is een systeem met
dwarsuitwisseling van het zoete water via de
kolkwanden verkozen boven langsuitwisseling
via het sluishoofd aan de zoete zijde. Uit
onderzoek is namelijk gebleken dat een
systeem met langsuitwisseling minder effectief
is, in het bijzonder bij het terugwinnen van
zoet water.
Het systeem van dwarsuitwisseling via de
kolkwanden noodzaakt ertoe de sluizen in
omarmend' zoet water te plaatsen.
Er is nog nader onderzoek gaande naar aan
vullende maatregelen die het systeem verder
zouden kunnen verbeteren. Mogelijk kan er
nog iets verbeterd worden aan de besturing
of de instrumentatie van de sluizen. Ook kan
de bewegingssnelheid van het grensvlak
misschien nog worden geoptimaliseerd.
68