ig. 3. Sluizen met zout/zoet-
estrijdingssysteem volgens het
/pe „Kreekrak"
Haringvlietsluizen, de Rotterdamse Waterweg
en de Westerschelde.
Ziet men kans de zoetwaterbelasting bij de
Philipsdamsluizen te beperken tot 4 m3/sec per
sluis, dat wil zeggen in de voltooide situatie
tot 10 tot 15 m3/sec, dan zal waarschijnlijk wel
aan de gestelde randvoorwaarden voor het
zoutgehalte in de Oosterschelde kunnen
worden voldaan. Nadere studie hiernaar is
nog gaande.
Voor de duwvaartsluizen in de Philipsdam
komen in principe drie deurtypen in aanmer
king: punt-, hef- en roldeuren. Puntdeuren
hebben als nadeel dat de bruto kolkinhoud
15 a 20% groter moet zijn dan bij hef- en
roldeuren om dezelfde nuttige kolklengte van
280 m te bereiken. Een grotere kolkinhoud
heeft een ongunstige uitwerking op de zout/
ZOET
Z.OÜT.
ZOUT
ZOET
ZOOMMEER
Z'JPE
71